zwichten

werkw.

Uitspraak:	[ˈzwɪxtə(n)]
Afbreekpatroon:	zwich·ten
Vervoegingen:	zwichtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is gezwicht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

iets toch doen dat je niet wilde of van plan was niet te doen

Voorbeelden:	`zwichten voor een aantrekkelijk aanbod`, `zwichten voor zeurende kinderen`
Synoniemen:	toegeven, bezwijken

opzij gaan   toegeven   

• voor de drang der omstandigheden zwichten (=zich naar de omstandigheden schikken)
Naar de spreekwoorden

• Het aanpassen van de zeilvoering op de wieken. De zeilvoering moet aangepast worden als de windkracht is veranderd. Bij sterkere wind: zeil minderen, bij zwakkere wind: meer zeil spannen.
• zich onthouden van, vermijden - Voorbeeld: Hij zwichtte zich wel van de vloer vuil te maken
• 'Zwichten' is het minderen van de zeilvoering op de wieken van een windmolen afhankelijk van de windsterkte en de belasting van de molen. Er kan afhankelijk van de wind geen (met blote benen), kwart (stormeindje), iets meer (hoge lijn), half, driekwart (lange halve), een duiker of vol zeil op twee of alle vie...
• • [erga] toegeven, wijken; het moeten afleggen. • [ov] : [molenaarsambacht] : het aanpassen van de zeilvoering op de wieken i.v.m. de windsterkte.
• geen weerstand meer kunnen bieden aan iets vb: hij zwichtte voor de verleiding en nam een taartje

Toon uitgebreidere definities

1. zwichten (de zeilen innemen)
2. zwichten (wijken)

Wat is de verleden tijd van zwichten?

De verleden tijd van zwichten is 'zwichtte'. Het voltooid deelwoord is 'is gezwicht'.

Wat betekent zwichten?

'iets toch doen dat je niet wilde of van plan was niet te doen'

Hoe spel je zwichten?

zwichten spel je Z W I C H T E N

Wat is een ander woord voor zwichten?

Andere woorden voor zwichten zijn opzij gaan en toegeven.

Zoek zwichten op Woordenlijst.org
Zoek zwichten op Google
Zoek zwichten op Wikipedia