zwengelen

werkw.
Uitspraak:  ['zwɛŋələ(n)]
Afbreekpatroon:  zwen·ge·len
Vervoegingen:  zwengelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gezwengeld (volt.deelw.)

een draaiende of op en neer gaande beweging met een zwengel maken
Voorbeeld:  `zwengelen aan een ouderwetse waterpomp`


Synoniemen
bengelen   

3 definities op Encyclo
  • •aan een zwengel draaien.
  • 1) Bengelen
  • braken van vlas; ronddraaien
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op zwengelen:
aanzwengelen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
zwengelen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van zwengelen?
De verleden tijd van zwengelen is 'zwengelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gezwengeld'.
Wat betekent zwengelen?
'een draaiende of op en neer gaande beweging met een zwengel maken'
Hoe spel je zwengelen?
zwengelen spel je Z W E N G E L E N
Wat is een ander woord voor zwengelen?
Een ander woord zwengelen is bengelen.

Op andere websites
Zoek zwengelen op Woordenlijst.org
Zoek zwengelen op Google
Zoek zwengelen op Wikipedia