zwellen

werkw.
Uitspraak:  [ˈzwɛlə(n)]
Afbreekpatroon:  zwel·len
Vervoegingen:  zwol (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is gezwollen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

groter worden
zwellen van trots  (erg trots zijn)


Synoniemen
aanzwellen   opbollen   opzetten   opzwellen   rijzen   uitdijen   wassen   

Intensiveringen
Hoe kun je met zwellen een ander begrip versterken?
zwellen van trots;

6 definities op Encyclo
  • • [erga] in volume toenemen.
  • naar alle kanten groter en dikker worden vb: de zere vinger is helemaal gezwollen hij zwol van trots [hij was erg trots]
  • 1) Rijzen 2) Opzetten 3) Opzwellen 4) Boller worden 5) Bomberen 6) Uitdijen 7) Uitzetten 8) Aanzwellen 9) Oprijzen 10) Wassen 11) Kwellen 12) Bollen 13) Dikker worden 14) Puilen 15) Opbollen
  • uitzetten
  • uitzetten Jaar van herkomst: 1240 (Bern. )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op zwellen:
opzwellenaanzwellen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
zwellen (uitzetten)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van zwellen?
De verleden tijd van zwellen is 'zwol'. Het voltooid deelwoord is 'is gezwollen'.
Wat betekent zwellen?
'groter worden'
Hoe spel je zwellen?
zwellen spel je Z W E L L E N
Wat is een ander woord voor zwellen?
Andere woorden voor zwellen zijn aanzwellen, opbollen, opzetten, opzwellen, rijzen, uitdijen en wassen.

Op andere websites
Zoek zwellen op Woordenlijst.org
Zoek zwellen op Google
Zoek zwellen op Wikipedia