zouten

werkw.
Uitspraak:  ['zɑutə(n)]
Afbreekpatroon:  zou·ten
Vervoegingen:  zoutte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gezouten (volt.deelw.)

zout toevoegen
Voorbeelden:  `de groenten zouten`,
`gezouten ham`


Synoniemen
inmaken   

Spreekwoorden en zegswijzen
• gezouten scherts (=bijtende scherts)
Naar de spreekwoorden

9 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 bedriegelijke handelwijze: het leggen van ruwe diamanten in een stuk grond en het doen voorkomen alsof men diamant-houdende aarde heeft.
  • Verbindingen die bestaan uit een metaal en een zuurrest.
  • (ov.ww.) 1 met zout bestrooien, toebereiden 2 in zout leggen => pekelen
  • • [ov] met zout conserveren. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • 1) Indampingsgesteenten 2) Pekelen 3) Inpekelen 4) Inmaken 5) Inmaken met zout
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op zouten:
gezoutenopzoutenverzoutenontzoutenongezouteninzouten

Herkomst volgens etymologiebank.nl
zouten

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van zouten?
De verleden tijd van zouten is 'zoutte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gezouten'.
Wat betekent zouten?
'zout toevoegen'
Hoe spel je zouten?
zouten spel je Z O U T E N
Wat is een ander woord voor zouten?
Een ander woord zouten is inmaken.

Op andere websites
Zoek zouten op Woordenlijst.org
Zoek zouten op Google
Zoek zouten op Wikipedia