I het zout

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[zɑut]

witte korrels die je eten een pittige smaak geven

Voorbeelden:

`een beetje zout op je gekookte eitje strooien`, `vergeten om zout bij de aardappels te doen`

II zout

bijv.naamw.

Uitspraak:

[zɑut]

met de smaak van zeewater

Voorbeelden:	`zoute haring`, `zoute drop`, `De soep is zout.`, `zout smaken`
Antoniemen:	zoet, zuur, bitter,

brak   keukenzout   zilt   zoutig   zoet (antoniem)   

• zout in de wond strooien (=iemands leed verergeren)
• op alle slakken zout leggen (=op alle onbelangrijke dingen commentaar hebben)
• niet het zout op zijn patatten verdienen (=een klein inkomen hebben)
• met zout komen als het ei op is (=te laat komen (met een oplossing))
• iets met een korreltje zout nemen (=iets niet helemaal voor waarheid aannemen)
Toon alle 10 spreekwoorden die zout bevatten

Hoe kun je met zout een ander begrip versterken?
het zout in de pap niet verdienen
Hoe kun je zout krachtiger uitdrukken?
bremzout; dubbelzout; zout als de zee
Uitdrukkingen die zout betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
zilt als de zee;

• Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
• (bn.) 1 [ter omschrijving van een smaakgewaarwording, o.a. door zout en door zeewater] 2 zeer als zout smakend, veel zout bevattend => zilt 3 gezouten
• (het ~) 1 keukenzout, natriumchloride 2 [mv. zouten] [schei.] verbinding die bestaat uit een metaal en een zuurrest 3 dat wat smaak en kracht aan iets geeft
• •alledaagse naam voor keukenzout bedoeld (natriumchloride). • [scheikunde] een verbinding die bestaat uit een metaal en een zuurrest. •één van de vier smaak
• kleine witte korreltjes die de smaak van het eten versterken vb: er moet wat zout bij de aardappels hij verdient het zout in de pap niet [verdient bijna niets] iets met een korreltje zout nemen [het niet te letterlijk opvatten] het zout in de pap niet verdienen [bijna niets verdienen] peper- en zoutkleurig [g...

Toon uitgebreidere definities

• zout water• zoutachtig• zoutarm• zoutbad• zoutbak• zouteloos• zouteloosheid• zouten• zouter• zoutgebruik• zoutgehalte• zoutheid• zoutig• zoutje• zoutjes• zoutkaartje• zoutkorrel• zoutlozing• zoutmeer• zoutmijn
• Toon alle woorden die beginnen met zout

• bremzout• zuringzout• zuiveringszout• zonnezout• zoet-zout• zinkzout• zeezout• wegenzout• vlugzout• tafelzout• strooizout• steenzout• smeltzout• reukzout• mazout• maagzout• likzout• landbouwzout• keukenzout• inzout
• Toon alle woorden die eindigen op zout

zout (keukenzout, natriumchloride ; met smaak van zout)

Wat is juist: `Mag ik de zout?` of `Mag ik het zout?`? Zie De / het zout

Is het 'de zout' of 'het zout'?

Het is 'het zout', want zout is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat zout'.

Wat betekent zout?

'witte korrels die je eten een pittige smaak geven'

Hoe spel je zout?

zout spel je Z O U T

Wat is een ander woord voor zout?

Andere woorden voor zout zijn brak, keukenzout, zilt en zoutig.

Wat is het tegenovergestelde van zout?

Een antoniem van zout is zoet.

Zoek zout op Woordenlijst.org
Zoek zout op Google
Zoek zout op Wikipedia