I de zot

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[zɔt]
Verbuigingen:	zotten (meerv.)

II zot

bijv.naamw.

Uitspraak:

[zɔt]

vreemd op een grappige manier

Voorbeelden:	`zot doen`, `je zot gedragen`, `zot gedoe`
Synoniemen:	maf, mal, dwaas,

absurd   achterlijk   clown   debiel   dom   dwaas   flapdrol   gek   geschift   gestoord   hansworst   harlekijn   idioot   idioterig   imbeciel   krankjorum   krankzinnig   kwast   kwibus   maf   mafkees   mafket   mafketel   mafkikker   mal   mallerd   malloot   mesjogge   nar   niet goed snik   pias   raar   stupide   waanzinnige   zottin   

Hoe kun je met zot een ander begrip versterken?
als een zot
Hoe kun je zot krachtiger uitdrukken?
zot als een mus;

• Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 die schroef is zot: is dol, draait zonder sluiten.
• 1.dol (DB, Lo, Te, VD B 3) (van een schroef, enz.) Voorbeeld: Zij tastte, vond en ontstak een sulfer en reikte hem brandend naar 't uurwerk. Vier ure! Die wijzers stonden zo zot 2.veel, buitensporig (VD B 4, Te) Voorbeeld: Kon ze aan een van zijn woorden raden, dat hij zot, razend zot van haar hield...
• (nar of zot) Satirisch persoon die de menselijke dwaasheid belichaamt en met behulp van het ongerijmde de ware wijsheid aantoont. De nar treedt op in literatuur met een moreel-didactische inslag, welke in de late Middeleeuwen en tijdens het humanisme een grote bloei beleeft. Door middel van karikatuur en pole...
• •dwaas, gek.
• wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is vb: doe niet zo zot! Synoniemen: waanzinnig dwaas [2] gek [2] nar Tegenstellingen: verstandig raadzaam zinnig

Toon uitgebreidere definities

• zot zijn van• zotheid• zothuis• zotisch• zotskap• zotskolf• zottebol• Zottegem• zotteklap• zottenkot• zotternij• zottin

• verzot• zevenzot• vrouwenzot• stapelzot

Is het 'de zot' of 'het zot'?

Het is 'de zot', want zot is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die zot'.

Wat is het meervoud van zot?

Het meervoud van zot is 'zotten'. Eén zot, twee zotten.

Wat is een ander woord voor zot?

Andere woorden voor zot zijn absurd, achterlijk, clown, debiel, dom, dwaas, flapdrol, gek, geschift, gestoord, hansworst, harlekijn, idioot, idioterig, imbeciel, krankjorum, krankzinnig, kwast, kwibus, maf, mafkees, mafket, mafketel, mafkikker, mal, mallerd, malloot, mesjogge, nar, niet goed snik, pias, raar, stupide, waanzinnige en zottin.

Zoek zot op Woordenlijst.org
Zoek zot op Google
Zoek zot op Wikipedia