de zorgsector

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['zɔrxsɛktɔr]
Afbreekpatroon:	zorg·sec·tor
Verbuigingen:	zorgsectoren (meerv.)

de bedrijven, instellingen en medewerkers die zich bezighouden met ziekenzorg, ouderenzorg, medische hulpverlening en hulpmiddelen

Voorbeelden:

`banen in de zorgsector`, `de professionele zorgsector`, `commercialisering van de zorgsector`

• De zorgsector omvat volksgezondheid met inbegrip van de gezinsverzorging, het kruiswerk en de voorzieningen voor ouderen en gehandicapten.
• politiek: de volksgezondheid met inbegrip van de gezinsverzorging, het kruiswerk en de voorzieningen voor ouderen en ge ...

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de zorgsector' of 'het zorgsector'?

Het is 'de zorgsector', want zorgsector is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die zorgsector'.

Wat is het meervoud van zorgsector?

Het meervoud van zorgsector is 'zorgsectoren'. Eén zorgsector, twee zorgsectoren.

Wat betekent zorgsector?

'de bedrijven, instellingen en medewerkers die zich bezighouden met ziekenzorg, ouderenzorg, medische hulpverlening en hulpmiddelen'

Hoe spel je zorgsector?

zorgsector spel je Z O R G S E C T O R

Zoek zorgsector op Woordenlijst.org
Zoek zorgsector op Google
Zoek zorgsector op Wikipedia