de zool

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[zol]
Verbuigingen:	zolen (meerv.)

1) onderkant van een voet of poot ^anatomie

Voorbeeld:	`De zolen van een olifant zijn uiterst gevoelig.`
Synoniem:	voetzool

2) onderkant van schoeisel

Voorbeelden:

`leren zolen`, `inlegzool`

• Uit `De lagere vaktalen: De leerlooiers-, zadelmakers- en schoenmakerstaal` 1914 het deel van den schoen, dat het onderste van den voet bedekt. - De zool van den schoen bestaat uit drij deelen, a) den voorlap, onderzool of halfzool; b) den achterlap of klamp en c) de binnenzool.
• Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 voetstuk, grondslag.
• Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 het ondervlak eener schaaf.
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Zool``] 1o. Van het schoeisel. Het is van het hoogste belang, dat de soldaat bij lange marschen een paar reservezolen medevoert en na verbruik voor hunne vernieuwing zorgt. 2o. Het benedenvlak eener uitdieping van eene gracht, van een schietgat, enz. 3o. Eene onderlaag. ...
• •onderkant van de voet. •onderkant van schoeisel of kous.

Toon uitgebreidere definities

• inlegzool• schoenzool• spekzool• voetzool• tripzool• steunzool• spiegelzool• kamizool• halvezool• dekzool• crêpezool• binnenzool

zool (onderste van voet of schoen)

Is halve zool (in twee woorden) goed of moet het halvezool (één woord) zijn? Zie halvezool / halve zool

Is het 'de zool' of 'het zool'?

Het is 'de zool', want zool is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die zool'.

Wat is het meervoud van zool?

Het meervoud van zool is 'zolen'. Eén zool, twee zolen.

Wat betekent zool?

'onderkant van een voet of poot' en 'onderkant van schoeisel'

Hoe spel je zool?

zool spel je Z O O L

Zoek zool op Woordenlijst.org
Zoek zool op Google
Zoek zool op Wikipedia