de zondagsrijder
zelfst.naamw. (m.)
| Verbuigingen: | zondagsrijders |
| Verbuigingen: | zondagsrijdertje |
weggebruiker die een vervoermiddel (voornamelijk auto, maar ook bijvoorbeeld paard, bromfiets) met een kennelijk zo gebrekkige rijtechniek gebruikt, dat het erop lijkt alsof hij/zij alleen op vrije dagen voor het plezier wel eens een rustig ritje maakt en verder geen rijervaring in het wegverkeer opbouwt Bron: WikiWoordenboek.
2 definities op Encyclo
- •weggebruiker die een vervoermiddel (voornamelijk auto, maar ook bijvoorbeeld paard, bromfiets) met een kennelijk zo gebrekkige rijtechniek gebruikt, dat het erop lijkt alsof hij-zij alleen op vrije dagen voor het plezier wel eens een rustig ritje maakt en verder geen rijervaring in het wegverkeer opbouwt.
- 1) Ongeoefend automobilist 2) Ongeoefende automobilist 3) Ongeoefend rijder 4) Slecht rijder
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
zondagsrijderVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de zondagsrijder' of 'het zondagsrijder'?
Het is 'de zondagsrijder', want zondagsrijder is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die zondagsrijder'.
Wat betekent zondagsrijder?
'weggebruiker die een vervoermiddel (voornamelijk auto, maar ook bijvoorbeeld paard, bromfiets) met een kennelijk zo gebrekkige rijtechniek gebruikt, dat het erop lijkt alsof hij/zij alleen op vrije dagen voor het plezier wel eens een rustig ritje maakt en verder geen rijervaring in het wegverkeer opbouwt'
Hoe spel je zondagsrijder?
zondagsrijder spel je Z O N D A G S R I J D E R Op andere websites
Zoek
zondagsrijder op Woordenlijst.org
Zoek
zondagsrijder op Google
Zoek
zondagsrijder op Wikipedia