het zoethout

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['zuthɑut]
Afbreekpatroon:	zoet·hout

zoet smakende wortel van een plant uit de familie van vlinderbloemigen

Voorbeelden:

`sabbelen op een stukje zoethout`, `Zoethout wordt gebruikt om drop te maken.`, `medicinale toepassingen van zoethout`

• Als je op zoethout kauwt, kauw je op gedroogde wortel van de zoethout plant
• Latijnse naam: Glycyrrhiza glabra , Engelse naam: licorice
• [slang] dommerik
• •"Glycyrrhiza glabra", een plant die tot de vlinderbloemigen behoort. •gedroogde wortelstok van de gelijknamige plant.
• 1) Natuurproduct 2) Wortelstok 3) Gedroogde wortelstok 4) Natuurlijk snoepgoed 5) Plant 6) Snoepgoed 7) Gedroogde wortelstok als snoep 8) Kalissehout 9) Lekkernij 10) Geneeskrachtige plant 11) Geneeskrachtige wortel 12) Eetbaar hout 13) Keukenkruid 14) Ingrediënt van drop 15) Vlinderbloemige plant

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de zoethout' of 'het zoethout'?

Het is 'het zoethout', want zoethout is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat zoethout'.

Wat betekent zoethout?

'zoet smakende wortel van een plant uit de familie van vlinderbloemigen'

Hoe spel je zoethout?

zoethout spel je Z O E T H O U T

Zoek zoethout op Woordenlijst.org
Zoek zoethout op Google
Zoek zoethout op Wikipedia