zoenen

werkw.
Uitspraak:  [ˈzunə(n)]
Afbreekpatroon:  zoe·nen
Vervoegingen:  zoende (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gezoend (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een of meer zoenen geven
Voorbeelden:  `Hij zoende haar op de mond.`,
`Ze kreeg bloemen en werd gezoend door haar collegas.`
Synoniem:  kussen

Zie ook:  zoen


Synoniemen
knuffelen   kussen   

4 definities op Encyclo
  • [I] een geschil beëindigen, zich verzoenen [II] een kus geven
  • •met de mond liefkozen.
  • met de lippen in het gezicht aanraken vb: zij zoent mij altijd op beide wangen dat is om te zoenen [prachtig, schattig]
  • 1) Knuffelen 2) Liefkozen 3) Kussen 4) Slaan
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op zoenen:
tongzoenenverzoenenafzoenen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
zoenen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van zoenen?
De verleden tijd van zoenen is 'zoende'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gezoend'.
Wat betekent zoenen?
'een of meer zoenen geven'
Hoe spel je zoenen?
zoenen spel je Z O E N E N
Wat is een ander woord voor zoenen?
Andere woorden voor zoenen zijn knuffelen en kussen.

Op andere websites
Zoek zoenen op Woordenlijst.org
Zoek zoenen op Google
Zoek zoenen op Wikipedia