de zoeaaf

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[zu'af]
Afbreekpatroon:	zoe·aaf
Verbuigingen:	zoeaven (meerv.)

vrijwillige soldaat in het leger van de paus in de tweede helft van de negentiende eeuw ^geschiedenis

Voorbeelden:

`De zoeaven kwamen uit heel Europa, maar de meesten kwamen uit Nederland.`, `Het zoeavenleger verdedigde de kerkelijke staat tegen het Italiaanse leger onder leiding van Garibaldi.`

• 1) Vaticaans soldaat 2) Pauselijke vrijwilliger 3) Pauselijke soldaat 4) Pauselijk soldaat 5) Franse infanterist in noord-afrika 6) Soldaat van de paus 7) Lid van de pauselijke ordedienst
• De 'zoeaven' (Frans: 'zouaves') waren een lichte infanterie eenheid van het Franse Leger, actief tussen 1830 en 1962 en verbonden met Frans Noord-Afrika. Vanaf 1860 werden er in verschillende landen nieuwe gelijkaardige eenheden opgericht die zichzelf 'zoeaven' noemden.
• Frans infanteriesoldaat - Jaar van herkomst: 1855 (Sanders 1995 ) lid van de Vaticaanse ordedienst - Jaar van herkomst: 1863 (Sanders 1995 )

Toon uitgebreidere definities

zoeaaf (Frans infanteriesoldaat)

Is het 'de zoeaaf' of 'het zoeaaf'?

Het is 'de zoeaaf', want zoeaaf is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die zoeaaf'.

Wat is het meervoud van zoeaaf?

Het meervoud van zoeaaf is 'zoeaven'. Eén zoeaaf, twee zoeaven.

Wat betekent zoeaaf?

'vrijwillige soldaat in het leger van de paus in de tweede helft van de negentiende eeuw'

Hoe spel je zoeaaf?

zoeaaf spel je Z O E A A F

Zoek zoeaaf op Woordenlijst.org
Zoek zoeaaf op Google
Zoek zoeaaf op Wikipedia