I zijn

werkw.

Uitspraak:	[zɛin]
Vervoegingen:	was (verl.tijd )
Vervoegingen:	is geweest (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) bestaan

Voorbeeld:	`Er is een boomsoort die meer dan honderd meter hoog kan worden.`
Synoniem:	existeren
er geweest zijn	(gaan sterven) `Als je niet met die afpersers meedoet, ben je er geweest.`

2) je ergens bevinden

Voorbeelden:

`Waar zijn jullie?`, `Ik ben weer thuis.`

3) je in een bepaalde toestand bevinden

Voorbeelden:	`ziek zijn`, `blij zijn`
op iemand zijn	(verliefd zijn op iemand) `Zij is op mij, maar ik ben niet op haar.`

4) 《(met een ander werkwoord) om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd》

Voorbeelden:

`De bomen zijn omgehakt.`, `Ze is gevallen.`

II zijn

Toon alle vervoegingen

Uitspraak:

[zɛin]

《je gebruikt dit woord als iets van een man is of bij een man hoort》

Voorbeeld:

`Zijn fiets is te hoog voor mij.`

III zijnde

Toon alle vervoegingen
tegenwoordig deelwoord van zijn

Voorbeelden:

`Dit gezegd zijnde, stel ik voor alvast met de werkzaamheden te beginnen.`, `Het tegenwoordig deelwoord blijft, afgezien van in vaste uitdrukkingen zoals in het voorbeeld hierboven, in de regel achterwege.`

Zie ook:

ben

aanwezig zijn   aard   bedragen   behoren aan   ben   bent   bestaan   existentie   existeren   gebeuren   is   leven   uithangen   vertegenwoordigen   zich bevinden   

• zwaar op de hand zijn (=zeer ernstig/zwaarmoedig van karakter zijn)
• zonder mijn en dijn zou de wereld hemels zijn (=jaloezie en hebzucht maken de wereld een stuk minder fraai)
• zo zijn we niet getrouwd (=op die manier iets niet afgesproken hebben)
• zo ziek als een hond zijn (=zeer ziek zijn, doodziek op bed liggen)
• zo wijs als Salomo`s kat zijn (=erg wijs denken te zijn, maar eigenlijk totaal niet zijn)
Toon alle 617 spreekwoorden die zijn bevatten

Hoe kun je met zijn een ander begrip versterken?
als maar zijn kan;

• zelfst. in verb. vorm: Voorbeeld: 't zijne: zijn eigendom (Te)
• [I] bestaan [II] bezittelijk voornaamwoord
• • [erga] : bestaan:. • [erga] : zich bevinden. • [copl] : gelijk zijn aan:. • [copl] : tot de groep behoren van. • [copl] : de eigenschap hebben:. •"~ te" drukt een verplichting uit •"~ te" drukt een mogelijkheid uit • [auxl] : "~ + ;Voltooid deelwoord
• bezittelijk: hij is van die mannelijke persoon vb: is dat zijn fiets?
• een werkelijkheid vormen, bestaan vb: er zijn mensen die op hun handen kunnen lopen er was eens .... [er leefde eens] ware het niet dat ... [als het niet zo was] als het ware [waar je het mee kunt vergelijken] dat mag er zijn [dat is indrukwekkend] wat is er? [wat scheelt eraan] hij is er geweest [hij is dood...

Toon uitgebreidere definities

• zijn lul achterna lopen• zijne• zijnentwege• zijnerzijds• zijnet• zijnsleer

• azijn• bewustzijn• dozijn• kozijn• magazijn• rozijn• samenzijn• welzijn• wijnazijn• zinnens zijn• ziek-zijn• zelfbewustzijn• witte balsamicoazijn• wapenmagazijn• vruchtenazijn• taalbewustzijn• rozijnenazijn• rijstazijn• rechtsbewustzijn• raamkozijn

1. zijn (bestaan)
2. zijn (bez. vnw.)

1. (Hij is / heeft binnen kunnen komen) Is het Hij is met moeite binnen kunnen komen of Hij heeft met moeite binnen kunnen komen? Zie Hebben / zijn
2. Is het Jan en Henks boek of Jans en Henks boek? Zie Jan en Henks boek / Jans en Henks boek
3. Is Jan z`n hond goed,ofmag alleen Jans hond gebruikt worden? Zie Jan z`n / Jans hond

Wat is de verleden tijd van zijn?

De verleden tijd van zijn is 'was'. Het voltooid deelwoord is 'is geweest'.

Wat betekent zijn?

'bestaan' en 'je ergens bevinden' en 'je in een bepaalde toestand bevinden' en '《(met een ander werkwoord) om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd》'

Hoe spel je zijn?

zijn spel je Z I J N

Wat is een ander woord voor zijnde?

Andere woorden voor zijnde zijn aanwezig zijn, aard, bedragen, behoren aan, ben, bent, bestaan, existentie, existeren, gebeuren, is, leven, uithangen, vertegenwoordigen en zich bevinden.

Zoek zijn op Woordenlijst.org
Zoek zijn op Google
Zoek zijn op Wikipedia