I de zij

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[zɛi]
Verbuigingen:	zijden (meerv.)

zijkant van je lichaam

Voorbeeld:

`steken in je zij voelen als je hardgelopen hebt`

II zij

pronoun

Uitspraak:

[zɛi]

1) <dit zeg je als je het over een vrouw hebt>

Voorbeeld:	`Zij heeft het hele stuk in haar eentje gereden.`
Synoniem:	ze

2) <dit zeg je als je het over twee of meer mensen of dingen hebt>

Voorbeelden:	`Zij hebben twee kinderen.`, `De meeste van mijn collega's hebben geen auto. Zij komen altijd op de fiets.`
Synoniem:	ze

declamator   declamatrice   grootspreekster   kant   meisje   vrouwelijk   ze   zegt   zijde   

• zij hangt haar man de blauwe huik om (=zij bedriegt haar man)
• paarden vallen ook al hebben zij vier benen. (=iedereen maakt fouten)
• met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
• hoeren en dieven, met geld zijn zij mijn gelieven (=met geld krijg je vrienden)
• de soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend (=er worden meestal minder zware maatregelen toegepast dan was aangekondigd)
Toon alle 8 spreekwoorden die zij bevatten

• •3e persoon enkelvoud vrouwelijk •3e persoon meervoud
• derde persoon enkelvoud vrouwelijk, of meervoud, subject vb: gaan Jan en Josien ook mee? Zij wel, maar hij niet Synoniem: ze
• 1) Zegt 2) Ze 3) Derde persoon enkelvoud 4) Derde persoon meervoud 5) Derde persoon 6) Vrouwelijk 7) Vrouw 8) Derde persoon enkelvoud vrouwelijk 9) Scheepszijde 10) Declamatrice 11) Flank 12) Grootspreekster 13) Voornaamwoord 14) Persoonlijk voornaamwoord 15) Meisje 16) Hit van Marco Borsato 17) Vrouwelijk pe...
• persoonlijk voornaamwoord
• persoonlijk voornaamwoord Jaar van herkomst: 901-1000 (WPS )

Toon uitgebreidere definities

• zijaanrijding• zijaanzicht• zijaltaar• zijanker• zijarm• zijbalk• zijbalkon• zijbeuk• zijd• zijde• zijde-industrie• zijdeaapje• zijdecocon• zijdecolleté• zijdecultuur• zijdefabriek• zijdeglans• zijdegrijs• zijdelings• zijden
• Toon alle woorden die beginnen met zij

• bladzij• dankzij• hetzij• opzij• tenzij• zuidzij• zuidwestzij• zuidoostzij• zonzij• westzij• weerszij• waszij• voorzij• vloszij• tegenzij• tafzij• stuurboordzij• stikzij• slagzij• rechterzij
• Toon alle woorden die eindigen op zij

1. zij (voornaamwoord)
2. zij = zijde (kant)
3. zij = zijde (textielsoort)

1. Is Hun hebben dat gedaan correct? Zie Hun / zij hebben dat gedaan
2. (verwijzing naar zaken) Is het correct met zij in het meervoud naar zaken te verwijzen? Zie Zij / ze
3. Mag je in plaats van wij ook we gebruiken in een tekst, bijvoorbeeld in een zakelijke brief of e-mail? Zie Wij / we

Is het 'de zij' of 'het zij'?

Het is 'de zij', want zij is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die zij'.

Wat is het meervoud van zij?

Het meervoud van zij is 'zijden'. Eén zij, twee zijden.

Wat betekent zij?

'zijkant van je lichaam'

Hoe spel je zij?

zij spel je Z I J

Wat is een ander woord voor zij?

Andere woorden voor zij zijn declamator, declamatrice, grootspreekster, kant, meisje, vrouwelijk, ze, zegt en zijde.

Zoek zij op Woordenlijst.org
Zoek zij op Google
Zoek zij op Wikipedia