zigzaggen

werkw.
Uitspraak:  [ˈzɪxsɑxə(n)]
Afbreekpatroon:  zig·zag·gen
Vervoegingen:  zigzagde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gezigzagd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

vooruitgaan door eerst naar links, dan naar rechts, dan weer naar links, enzovoort te gaan
Voorbeelden:  `over de skibaan zigzaggen`,
`zigzaggende bliksemflitsen`,
`Een dronken automobilist zigzagde stapvoets over de dijk.`

Zie ook:  zigzag


3 definities op Encyclo
  • je verplaatsen langs een lijn die van links naar rechts loopt vb: hij zigzagde door het verkeer naar de overkant
  • 1) Slingerend rijden 2) Slingeren 3) In z-vorm heen en weer gaan 4) Slalommen
  • zich volgens een zigzaglijn verplaatsen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met zigzaggen:
zigzaggend

Herkomst volgens etymologiebank.nl
zigzaggen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van zigzaggen?
De verleden tijd van zigzaggen is 'zigzagde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gezigzagd'.
Wat betekent zigzaggen?
'vooruitgaan door eerst naar links, dan naar rechts, dan weer naar links, enzovoort te gaan'
Hoe spel je zigzaggen?
zigzaggen spel je Z I G Z A G G E N

Op andere websites
Zoek zigzaggen op Woordenlijst.org
Zoek zigzaggen op Google
Zoek zigzaggen op Wikipedia