de zever

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['zevər]
Afbreekpatroon:	ze·ver

1) toestand dat iemand oninteressant en langdradig over iets praat

Voorbeeld:	`een vergadering met veel zever en weinig besluiten`
Synoniem:	gezeur
dikke zever	(grote onzin)
geen zever	(geen flauwekul, stel je niet aan)

2) uit je mond gelopen speeksel

Voorbeeld:	`de zever van de hond opruimen`
Synoniem:	kwijl

Synoniemen

klens vergiet zeef zeur

5 definities op Encyclo

kwijl, nevel, mist - Voorbeeld: Aanhoudende regens waren van de euziën gevallen en hadden een vuile zever op vensterbanken en uitspringende drummers gelaten
1) Onnozel gepraat 2) Zeurkous 3) Kletspraat 4) Klens 5) Zeur 6) Kwijl 7) Zifter 8) Speeksel 9) Zeikerd 10) Zeef 11) Langdradige prater 12) Vergiet 13) Wauwelaar 14) Iemand die wauwelt 15) Onzin 16) Flauwe praat
kwijl Jaar van herkomst: 1350 (MNW )
Stroperige, kleurloze, enigszins glanzende afscheiding die meestal enigszins reageert als een base; bevat water, slijmstoffen, proteïne, zouten en vaak ook zetmeelafbrekende enzymen
vocht in de mond dat wordt aangemaakt door de speekselklieren; speeksel gepraat zonder veel inhoud of belang; onzinnige, dwaze praatjes; loos gepraat; kletskoek; onzin iemand die altijd iets te zeuren of te klagen heeft; zeurpiet

Deze woorden beginnen met zever:

Deze woorden eindigen op zever:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de zever', want zever is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die zever'.

'toestand dat iemand oninteressant en langdradig over iets praat' en 'uit je mond gelopen speeksel'

zever spel je Z E V E R

Andere woorden voor zever zijn klens, vergiet, zeef en zeur.

Op andere websites

Recentelijk gezocht