zes

telwoord

Uitspraak:

[zɛs]

het getal 6

• zes kruisjes hebben (=60 jaar oud zijn)
Naar de spreekwoorden

• getal dat volgt op vijf vb: twee plus vier is zes
• symbool waarmee het getal 6 wordt voorgesteld vb: Arianne haalde een mager zesje voor biologie van zessen klaar staan [van aanpakken weten] na veel vijven en zessen [na langdurig overwegen en nadenken]
• [Vergeten woorden] (m. zessen) zitplaats, zitbank [= IJslands sess, ~ zitten]
• 1) Hoofdtelwoord 2) Cijfer 3) Telwoord 4) Doorgronden 5) Aantal spelers op het ijs inclusief doelman (ijshockey) 6) Aantal spelers in een volleybalteam in het veld 7) Aantal snaren op een gitaar 8) Aantal zijden van een zeshoek 9) Een cijfer 10) Aantal in een half dozijn 11) Aantal benen van een insect
• telwoord

Toon uitgebreidere definities

• zes-en-een-half• zesbaans• zesbak• zescilinder• zescilindermotor• zesde• zesde-eeuwer• zesdejaars• zesdeklasser• zesdraads• zesendertigjarig• zesennegentighoek• zesennegentigjarig• zesentachtigjarig• zesentwintighoek• zesentwintigjarig• zesenveertigjarig• zesenvijftigjarig• zesenzestigjarig• zesenzeventigjarig
• Toon alle woorden die beginnen met zes

• oprotzes• huizes• halfzes
• Toon alle woorden die eindigen op zes

zes (6)

Is het half zes of halfzes? Zie Half zes / halfzes

Wat betekent zes?

'het getal 6'

Hoe spel je zes?

zes spel je Z E S

Zoek zes op Woordenlijst.org
Zoek zes op Google
Zoek zes op Wikipedia