I zeker

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ˈzekər]
Afbreekpatroon:	ze·ker

als je erop kunt rekenen dat het gebeurt of weet dat het zo is

Voorbeelden:	`vast en zeker`, `Is het zeker dat er mensen op de maan geweest zijn?`, `Ben je er zeker van?`
Antoniem:	onzeker
Synoniem:	stellig
zeker weten	(niet twijfelen)
tot op zekere hoogte	(voor een gedeelte) `Tot op zekere hoogte ben ik het met u eens, maar...` Antoniem: helemaal

II zeker

bijwoord

Uitspraak:	[ˈzekər]
Afbreekpatroon:	ze·ker

waarschijnlijk

Voorbeelden:

`Jij komt zeker met de trein?`, `Jij vergeet zeker nooit iets!`

III zeker

pronoun

Uitspraak:	[ˈzekər]
Afbreekpatroon:	ze·ker

<om iets dat of iemand die niet precies bekend is mee aan te duiden>

Voorbeelden:	`Ze woont samen met een zekere Joop.`, `Er was in een zekere stad een zekere rechter, die God niet vreesde, en geen mens ontzag. (Lukas 18:2)`
Synoniem:	bepaald

absoluut   alleszins   allicht   bepaald   beslist   betrouwbaar   bijgevolg   dus   echt   een   een of ander   feitelijk   geheid   gewis   heus   iemand   immers   jazeker   logisch   natuurlijk   ongetwijfeld   onontkomelijk   onvoorwaardelijk   ook   overtuigd   pertinent   reëel   risicoloos   ronduit   stellig   ten enenmale   toch   uiteraard   vanzelfsprekend   vast   vast en zeker   vaststaand   vertrouwd   volstrekt   volvertrouwen   voorzeker   waarachtig   waarlijk   wel   wel degelijk   welzeker   zonder twijfel   zontwijfel   onzeker (antoniem)   

• zo zeker als tweemaal twee vier is (=absoluut zeker)
• zo zeker als de bank (=iemand die in alles te vertrouwen is)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met zeker een ander begrip versterken?
zeker weten
Hoe kun je zeker krachtiger uitdrukken?
vast en zeker; zeker als één en één twee is; zeker als het amen in de kerk; zeker als twee maal twee vier is
Uitdrukkingen die zeker betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
als een paal boven water staan; wis en waarachtig;

• (scheldwoord) zeiker, pisser, zeur - Voorbeeld: En weet ge wat Koornaert gedaan heeft, de zeker? (Dorpslucht I 56)
• [I] onbepaald voornaamwoord [II] veilig, stellig
• een of andere vb: er was een zekere Youp aan de deur op zekere dag [eens] in zekere zin [in een bepaald opzicht] in zekere mate [min of meer, enigszins] ik moet naar een zekere plaats [het toilet]
• in elk geval vb: er waren zeker dertig mensen Synoniemen: althans tenminste minstens waar je niet aan twijfelt vb: hij heeft het zeker gedaan ik ben er zeker van [ik twijfel niet] ik weet het zeker [ik twijfel niet] we nemen het zekere voor het onzekere [we nemen geen risico] hij speelt op zeker [neemt geen r...
• waarschijnlijk, vermoedelijk vb: Georgina was zeker weer te laat?

Toon uitgebreidere definities

• zekerapparaat• zekere• zekeren• zekerheid• zekerheidshalve• zekerheidsmaatregel• zekerheidsrecht• zekerheidsregeling• zekerheidsstelsel• zekerheidssysteem• zekerheidstelling• zekerheidstelsel• zekerheidsuitgave• zekerheidswetgeving• zekering• zekeringenkast• zekeringhouder• zekeringkast• zekeringsapparaat• zekeringskast
• Toon alle woorden die beginnen met zeker

• jazeker• onzeker• zonzeker• trefzeker• zelfzeker• welzeker• voorzeker• sneeuwzeker• bedrijfszeker
• Toon alle woorden die eindigen op zeker

zeker (veilig; vaststaand; overtuigd, stellig)

1. Wat is correct: vast en zeker of < i>zeker en vast< /i>? Zie Zeker en vast / vast en zeker
2. Wat is correct: Ik ga niet graag fietsen, zeker niet als het regent of Ik ga niet graag fietsen, zeker als het regent? Zie Zeker als / zeker niet als
3. Wat is correct: Ik ben zeker dat ze komen of Ik ben er zeker van dat ze komen? Zie zeker zijn dat / er zeker van zijn dat

Wat betekent zeker?

'als je erop kunt rekenen dat het gebeurt of weet dat het zo is'

Hoe spel je zeker?

zeker spel je Z E K E R

Wat is een ander woord voor zeker?

Andere woorden voor zeker zijn absoluut, alleszins, allicht, bepaald, beslist, betrouwbaar, bijgevolg, dus, echt, een, een of ander, feitelijk, geheid, gewis, heus, iemand, immers, jazeker, logisch, natuurlijk, ongetwijfeld, onontkomelijk, onvoorwaardelijk, ook, overtuigd, pertinent, reëel, risicoloos, ronduit, stellig, ten enenmale, toch, uiteraard, vanzelfsprekend, vast, vast en zeker, vaststaand, vertrouwd, volstrekt, volvertrouwen, voorzeker, waarachtig, waarlijk, wel, wel degelijk, welzeker, zonder twijfel en zontwijfel.

Wat is het tegenovergestelde van zeker?

Een antoniem van zeker is onzeker.

Zoek zeker op Woordenlijst.org
Zoek zeker op Google
Zoek zeker op Wikipedia