het woordgeslacht
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | ['wortxəslɑxt] |
| Afbreekpatroon: | woord·ge·slacht |
| Verbuigingen: | woordgeslachten (meerv.) |
(van een woord) feit dat het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is | Voorbeeld: | `Het woordgeslacht van 'ballon' is mannelijk.` | |
| Synoniemen: | geslacht (4), genus |
3 definities op Encyclo
- •klasse van een naamwoord, bepalend voor de keuze van het lidwoord, de verbuiging van toegevoegde bijvoeglijke naamwoorden en de vervanging door voornaamwoorden.
- 1) Onzijdig 2) Vrouwelijk 3) Genus 4) Mannelijk
- Het woordgeslacht (ook wel grammaticaal geslacht of genus (meervoud genera)) duidt op de traditionele verdeling van zelfstandige naamwoorden in vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden. Vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden worden voorafgegaan door het lidwoord de (of de aanwijzende voornaamw...
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de woordgeslacht' of 'het woordgeslacht'?
Het is 'het woordgeslacht', want woordgeslacht is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat woordgeslacht'.
Wat is het meervoud van woordgeslacht?
Het meervoud van woordgeslacht is 'woordgeslachten'. Eén woordgeslacht, twee woordgeslachten.
Wat betekent woordgeslacht?
'(van een woord) feit dat het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is'
Hoe spel je woordgeslacht?
woordgeslacht spel je W O O R D G E S L A C H T Op andere websites
Zoek
woordgeslacht op Woordenlijst.org
Zoek
woordgeslacht op Google
Zoek
woordgeslacht op Wikipedia