de woonplaats

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [ˈwomplats]
Afbreekpatroon:  woon·plaats
Verbuigingen:  woonplaatsen (meerv.)

stad of dorp waar je woont
Voorbeeld:  `woonplaats onbekend`
zonder vaste woon- of verblijfplaats  (zwervend)


Synoniemen
adres   nederzetting   verblijf   

6 definities op Encyclo
  • Def.: deel van het gebied van een gemeente, waarop huizen zijn gebouwd, als eenheid beschouwd door die gemeente, voorzien van een naam die kan afwijken van de naam van die gemeente.
  • 1) Stee 2) Woonstee 3) Adres 4) Verblijf 5) Deel van het adres 6) Residentie 7) Haarstede 8) Nederzetting 9) Domicilie 10) Verblijfplaats 11) Haardstede 12) Sedes
  • Een gedeelte van het grondgebied van een gemeente dat door de gemeente van een naam is voorzien.
  • Een woonplaats is letterlijk gezegd de plaats waar je woont . In het algemeen wordt er niet één enkele woning, maar een kleine of grote groep mensen die bij elkaar wonen in verschillende huizen en/of boerderijen mee bedoeld. Dit kan bijvoorbeeld een dorp of stad zijn. [basiswoordenlijst groep 3]
  • locatie waar iemand woont; adres Ook wel gebruikt met betrekking tot dieren. gemeente, dorp of stad waar iemand woont gebied waar iemand woont; woongebied leefgebied van een dier of diersoort
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de woonplaats' of 'het woonplaats'?
Het is 'de woonplaats', want woonplaats is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die woonplaats'.
Wat is het meervoud van woonplaats?
Het meervoud van woonplaats is 'woonplaatsen'. Eén woonplaats, twee woonplaatsen.
Wat betekent woonplaats?
'stad of dorp waar je woont'
Hoe spel je woonplaats?
woonplaats spel je W O O N P L A A T S
Wat is een ander woord voor woonplaats?
Andere woorden voor woonplaats zijn adres, nederzetting en verblijf.

Op andere websites
Zoek woonplaats op Woordenlijst.org
Zoek woonplaats op Google
Zoek woonplaats op Wikipedia