de woningbouw

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['wonɪŋbɑu]
Afbreekpatroon:	wo·ning·bouw

het bouwen van huizen of geheel van gebouwde huizen

Voorbeelden:

`de sociale woningbouw`, `de particuliere woningbouw`

• 1) Aantal gebouwde woningen 2) Bedrijfstak
• Het bouwen van huizen of geheel van gebouwde huizen
• Woningen die worden gerealiseerd door bij het GIW aangesloten bouwbedrijven. Alle leden van het GIW zijn verplicht op alle premie- en vrije sectorwoningen, die zij bouwen, de GIW-garantie te verlenen.

Toon uitgebreidere definities

• woningbouwbeleid• woningbouwcomplex• woningbouwcontingent• woningbouwcorporatie• woningbouwcoöperatie• woningbouwer• woningbouwimpuls• woningbouwlocatie• woningbouwmarkt• woningbouwplan• woningbouwproductie• woningbouwprogramma• woningbouwproject• woningbouwstichting• woningbouwsubsidie• woningbouwvereniging

Is het 'de woningbouw' of 'het woningbouw'?

Het is 'de woningbouw', want woningbouw is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die woningbouw'.

Wat betekent woningbouw?

'het bouwen van huizen of geheel van gebouwde huizen'

Hoe spel je woningbouw?

woningbouw spel je W O N I N G B O U W

Zoek woningbouw op Woordenlijst.org
Zoek woningbouw op Google
Zoek woningbouw op Wikipedia