I de wijs

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[wɛis]
Verbuigingen:	wijzen (meerv.)

melodie

Voorbeelden:	`een bekend wijsje`, `op de wijs van een oud volksliedje`
Synoniem:	deun
geen wijs kunnen houden	(vals zingen)
helemaal van de wijs raken	(erg in de war raken)

II wijs

bijv.naamw.

Uitspraak:

[wɛis]

met veel kennis en inzicht

Voorbeelden:	`zo wijs als Salomo`, `door ervaring wijs geworden`
Synoniem:	verstandig
Je bent niet goed wijs.	(doe niet zo dom)

bedachtzaam   belezen   correct   deun   doordacht   erudiet   fabelachtig   fantastisch   gaaf   gebruik   geleerd   geletterd   gestudeerd   handelwijze   hooggeleerd   intelligent   krankzinnig   manier   melodie   methode   nadenkend   ontwikkeld   pienter   procedure   raadzaam   reuze   slim   te gek   trant   verstandig   waanzinnig   weldenkend   wijselijk   wijze   zeer ontwikkeld   zinnig   

• zo wijs als Salomo`s kat zijn (=erg wijs denken te zijn, maar eigenlijk totaal niet zijn)
• grijs haar, wijs haar. (=verstand komt met de jaren)
• door vragen wordt men wijs (=door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
• door schade en schande wordt men wijs (=een mens leert het beste van z`n fouten)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je wijs krachtiger uitdrukken?
wijs als Salomo;

• 'Wijs' of 'modus' is een grammaticale categorie waarmee de relatie wordt aangegeven tussen een werkwoord en de werkelijkheid. Voorbeelden van wijzen in het Nederlands zijn de indicatief (aantonende wijs), de imperatief (gebiedende wijs) en de conjunctief (aanvoegende wijs).
• [I] manier [II] melodie [III] verstandig
• •van groot inzicht getuigend.
• tonen die samen een prettig geheel vormen vb: hij fluit een vrolijk wijsje iemand van de wijs brengen [in de war maken] geen wijs kunnen houden [vals zingen]
• verstandig, wie veel weet vb: mijn oma is een wijze vrouw hij is niet wijzer [hij weet niet beter] jij moet de wijste zijn [toegeven] ik kan er geen wijs uit worden [begrijp er niets van] hij is niet goed wijs [gek] er geen cent wijzer van worden [er geen financieel voordeel van hebben] je bent niet wijs! [do...

Toon uitgebreidere definities

• wijsbegeerte• wijsdom• wijselijk• wijsgeer• wijsgerig• wijsheid• wijsheidstand• wijsmaken• wijsneus• wijsneuzerij• wijsneuzig• wijsvinger

• basisonderwijs• beroepsonderwijs• bewijs• computeronderwijs• dagonderwijs• eigenwijs• entreebewijs• geboortebewijs• kentekenbewijs• legitimatiebewijs• menselijkerwijs• normalerwijs• onderwijs• onwijs• pondspondsgewijs• redelijkerwijs• rijbewijs• startbewijs• toegangsbewijs• vervolgonderwijs

1. wijs (manier)
2. wijs (verstandig)

Is het 'de wijs' of 'het wijs'?

Het is 'de wijs', want wijs is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die wijs'.

Wat is het meervoud van wijs?

Het meervoud van wijs is 'wijzen'. Eén wijs, twee wijzen.

Wat betekent wijs?

'melodie'

Hoe spel je wijs?

wijs spel je W I J S

Wat is een ander woord voor wijs?

Andere woorden voor wijs zijn bedachtzaam, belezen, correct, deun, doordacht, erudiet, fabelachtig, fantastisch, gaaf, gebruik, geleerd, geletterd, gestudeerd, handelwijze, hooggeleerd, intelligent, krankzinnig, manier, melodie, methode, nadenkend, ontwikkeld, pienter, procedure, raadzaam, reuze, slim, te gek, trant, verstandig, waanzinnig, weldenkend, wijselijk, wijze, zeer ontwikkeld en zinnig.

Zoek wijs op Woordenlijst.org
Zoek wijs op Google
Zoek wijs op Wikipedia