wegtrekken

werkw.

Uitspraak:	['wɛxtrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:	weg·trek·ken
Vervoegingen:	trok weg (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) wegnemen door te trekken

Vervoegingen:	heeft weggetrokken (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`je hand wegtrekken`

2) naar een andere plaats gaan

Vervoegingen:	is weggetrokken (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`Het onweer zal straks hopelijk wel wegtrekken.`

afreizen   heengaan   opstappen   smeren   uittrekken   verdwijnen   verlaten   vertrekken   verwijderen   weggaan   wegreizen   

• 1) Aftrekken 2) Afreizen 3) Aftocht 4) Verhuizen 5) Afmarcheren 6) Opstappen 7) Uittrekken 8) Smeren 9) Heengaan 10) Lostrekken 11) Wegreizen 12) Weggaan 13) Verlaten 14) Vlieden 15) Verwijderen 16) Verdwijnen 17) Bleek worden 18) Vertrekken

Toon uitgebreidere definities

Waar komt spierwit wegtrekken vandaan en wat betekent het? Zie Spierwit wegtrekken

Wat betekent wegtrekken?

'wegnemen door te trekken' en 'naar een andere plaats gaan'

Hoe spel je wegtrekken?

wegtrekken spel je W E G T R E K K E N

Wat is een ander woord voor wegtrekken?

Andere woorden voor wegtrekken zijn afreizen, heengaan, opstappen, smeren, uittrekken, verdwijnen, verlaten, vertrekken, verwijderen, weggaan en wegreizen.

Zoek wegtrekken op Woordenlijst.org
Zoek wegtrekken op Google
Zoek wegtrekken op Wikipedia