weerspreken

werkw.
Uitspraak:  [wer'sprekə(n)]
Afbreekpatroon:  weer·spre·ken
Vervoegingen:  weersprak (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft weersproken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zeggen of aantonen dat iets niet waar of juist is
Voorbeelden:  `Je mag je mening geven in een hoorcollege maar de prof weerspreken is meestal niet zo een goed idee.`,
`Het betoog van de verdediging wordt weersproken door de bewijsmiddelen.`
Synoniem:  tegenspreken (2)


Synoniemen
in tegenspraak zijn met   protesteren   tegenspreken   tegenwerpen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Bedenkingen uiten 2) Ontkennen 3) Tegenwerpen 4) Tegenspreken 5) Protesteren
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van weerspreken?
De verleden tijd van weerspreken is 'weersprak'. Het voltooid deelwoord is 'heeft weersproken'.
Wat betekent weerspreken?
'zeggen of aantonen dat iets niet waar of juist is'
Hoe spel je weerspreken?
weerspreken spel je W E E R S P R E K E N
Wat is een ander woord voor weerspreken?
Andere woorden voor weerspreken zijn in tegenspraak zijn met, protesteren, tegenspreken en tegenwerpen.

Op andere websites
Zoek weerspreken op Woordenlijst.org
Zoek weerspreken op Google
Zoek weerspreken op Wikipedia