weerklinken

werkw.

Uitspraak:	[wer'klɪŋkə(n)]
Afbreekpatroon:	weer·klin·ken
Vervoegingen:	weerklonk (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft weerklonken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(van een geluid) luid en ver hoorbaar zijn

Voorbeeld:	`De luide muziek weerklonk door de straten.`
Synoniem:	galmen

echoën   galmen   hoorbaar zijn   klinken   naklinken   resoneren   schallen   weergalmen   weerkaatsen   weerschallen   

• hard en ver klinken vb: een ontploffing weerklonk in de nacht
• 1) Schallen 2) Tonen 3) Galmen 4) Naklinkend geluid 5) Opklinken 6) Weerschallen 7) Weerkaatsen 8) Weergalmen 9) Naklinken 10) Luiden 11) Echoën 12) Helmen 13) Resoneren 14) Nagalmen 15) Schateren

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van weerklinken?

De verleden tijd van weerklinken is 'weerklonk'. Het voltooid deelwoord is 'heeft weerklonken'.

Wat betekent weerklinken?

'(van een geluid) luid en ver hoorbaar zijn'

Hoe spel je weerklinken?

weerklinken spel je W E E R K L I N K E N

Wat is een ander woord voor weerklinken?

Andere woorden voor weerklinken zijn echoën, galmen, hoorbaar zijn, klinken, naklinken, resoneren, schallen, weergalmen, weerkaatsen en weerschallen.

Zoek weerklinken op Woordenlijst.org
Zoek weerklinken op Google
Zoek weerklinken op Wikipedia