het weekdier

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['wegdir]
Afbreekpatroon:	week·dier
Verbuigingen:	weekdieren (meerv.)

klein dieren met een week lichaam en zonder inwendig skelet

Voorbeeld:

`Mosselen en slakken zijn weekdieren.`

• •soort dier zonder innerlijk skelet.
• Syn.: mollusk Def.: groep van ongewervelde dieren met een week lichaam zonder benig skelet Toelichting: gewoonlijk voorzien van een in- of uitwendige schelp ter bescherming en met een voet om zich voor te bewegen
• 1) Skeletloos dier 2) Vierkieuwige 3) Olifantstandje 4) Meercellig dier zonder skelet 5) Ongewerveld dier 6) Skeletloos organisme 7) Oester 8) Dier zonder geraamte 9) Dier 10) Slijmbal 11) Geraamteloos dier 12) Schelpdier 13) Mollusk
• Groep van ongewervelde dieren met een week lichaam zonder benig skelet, gewoonlijk voorzien van een in- of uitwendige schelp ter bescherming en met een voet om zich voor te bewegen
• zacht, slijmerig dier dat meestal in zee leeft en vaak een schelp heeft, zoals slakken, schelpdieren en inktvissen persoon die geen eigen mening lijkt te hebben en weinig voorstelt; iemand zonder ruggengraat; slappeling; sukkel; zwakkeling

Toon uitgebreidere definities

weekdier

Is het 'de weekdier' of 'het weekdier'?

Het is 'het weekdier', want weekdier is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat weekdier'.

Wat is het meervoud van weekdier?

Het meervoud van weekdier is 'weekdieren'. Eén weekdier, twee weekdieren.

Wat betekent weekdier?

'klein dieren met een week lichaam en zonder inwendig skelet'

Hoe spel je weekdier?

weekdier spel je W E E K D I E R

Zoek weekdier op Woordenlijst.org
Zoek weekdier op Google
Zoek weekdier op Wikipedia