I wat

bijwoord

Uitspraak:

[wɑt]

1) een beetje

Voorbeelden:	`Ik ben wat moe.`, `We komen wat later.`
Synoniemen:	enigszins, iets

2) <in het begin van een zin, om het bijvoeglijk naamwoord dat volgt te benadrukken>

Voorbeelden:	`Wat erg voor je!`, `Wat is het koud vandaag!`
Synoniem:	hoe

3)

maar wat

(heel erg) `Ik ben maar wát blij dat ik er niet meer werk!` Synoniem: zeer

II wat

pronoun

Uitspraak:

[wɑt]

1) <met dit woord vraag je naar iets>

Voorbeelden:	`Wat zeg je?`, `Ik vroeg hem wat hij kwam doen.`, `Wat wil je dan?`, `Wat voor weer wordt het morgen?`
Wat?	(wat zei je?) Synoniem: wablief?
Wat!	(<uitroep van verbazing, verontwaardiging>) `Wát, ben je nu nog niet klaar!`
Wat nu?	(wat moeten we nu doen?)

2) <met dit woord verwijs je aan het begin van een bijzin naar een of meer voorafgaande, volgende of niet-uitgedrukte woorden in de hoofdzin>

Voorbeelden:	`Dat is iets wat ik nooit zou doen.`, `Doe wat ik zeg.`, `Het is een drukke stad, wat niet wegneemt dat ik er graag woon.`, `Wat we hier zien, is een eik.`, `het leukste wat ik ooit gedaan heb`
Synoniem:	hetgeen

3) iets

Voorbeeld:

`Heb je wat gevonden?`

4) een kleine hoeveelheid

Voorbeelden:	`Ik heb wat aardbeien meegenomen.`, `Ik heb wat hoofdpijn.`
Synoniemen:	enkele, een beetje, een paar,

beetje   een beetje   een paar   enig   enige   enigszins   enkele   hetgeen   hoeveel   iets   nogal   oproepend   paar   sommige   tamelijk   watje   watten   weinig   

• zeggen wat je doet en doen wat je zegt (=proactief communiceren en je houden aan toezeggingen)
• wie wat bewaart, die heeft wat (=het bewaren van zaken kan op lange termijn voordelig blijken te zijn)
• wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
• weten wat voor vlees men in de kuip heeft (=weten met wat voor iemand men te doen heeft)
• weten wat de klok slaat (=weten hoe laat het is)
Toon alle 69 spreekwoorden die wat bevatten

Hoe kun je met wat een ander begrip versterken?
als ik weet niet wat; als wat; simpel als wat;

• niet veel, niet zo erg vb: hij is nog wat klein ze hebben heel wat kinderen [nogal veel]
• Wet op de architectentitel (1987) (NL) (Afkortingen voor wetten en regelingen)
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (of: hetgeen) Matth. XIX:6.
• 1) Onbepaald voornaamwoord 2) Onbepaald hoofdtelwoord 3) Tamelijk 4) Geringe hoeveelheid 5) Iets 6) Niet veel 7) Betrekkelijk voornaamwoord 8) Voornaamwoord 9) Datgene 10) Beetje 11) Nogal 12) Een beetje 13) Vragend voornaamwoord 14) Hetgeen 15) Oproepend 16) Weinig 17) Sommige 18) Iet 19) Ietwat 20) Iets, ee...
• vragend voornaamwoord

Toon uitgebreidere definities

• watblief• water• water bij de wijn doen• water-voetafdruk• wateraanvoer• waterachtig• waterader• waterafstotend• waterafvoer• wateralarm• waterarm• waterbaan• waterbaars• waterbad• waterbak• waterbalans• waterballast• waterballet• waterbank• waterbed
• Toon alle woorden die beginnen met wat

• ietwat• zowat
• Toon alle woorden die eindigen op wat

wat (voornaamwoord)

1. Is het alles dat hierover geschreven is of alles wat hierover geschreven is? Zie Alles dat / wat
2. Wordt in een zin als Wat heeft Piet - ik niet heb? wat of dat gebruikt? Zie Wat heeft Piet wat / dat ik niet heb?
3. Wat is correct: Welke is jouw lievelingskleur?, Welk is jouw lievelingskleur? of Wat is jouw lievelingskleur? Zie Welke / welk / wat

Wat betekent wat?

'een beetje' en '<
in het begin van een zin, om het bijvoeglijk naamwoord dat volgt te benadrukken>
' en ''

Hoe spel je wat?

wat spel je W A T

Wat is een ander woord voor wat?

Andere woorden voor wat zijn beetje, een beetje, een paar, enig, enige, enigszins, enkele, hetgeen, hoeveel, iets, nogal, oproepend, paar, sommige, tamelijk, watje, watten en weinig.

Zoek wat op Woordenlijst.org
Zoek wat op Google
Zoek wat op Wikipedia