I de (m)/het was

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [wɑs]
Verbuigingen:  wassen (meerv.)

1) zachte, vette stof waarvan bijvoorbeeld kaarsen gemaakt zijn of waarmee je boent
Voorbeelden:  `bijenwas`,
`Elke maand zet hij zijn auto in de was.`
als was in iemands handen zijn  (alles doen wat iemand zegt, zonder je te verzetten)

2)
goed in de slappe was zitten  (veel geld hebben)


II de was

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [wɑs]

1) keer dat je kleren wast
Voorbeelden:  `de was doen`,
`Ik moet nog een was draaien.`,
`handwas`

2) kleren, handdoeken enz. die gewassen (moeten) worden of net gewassen zijn
Voorbeelden:  `wasmand`,
`wasrek`
Synoniem:  wasgoed
de vuile was buiten hangen  (de problemen in je familie of op je werk openbaar maken)


Synoniemen
wasgoed   

Spreekwoorden en zegswijzen
• wat was hij op zijn paardje. (=wat werd hij driftig of wat zat hij op zijn praatstoel)
• tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
• in de slappe was (=in de contanten, in het geld)
• het was uien (=het ging bijzonder slecht, het viel bijzonder tegen)
• had je me gisteren gehuurd dan was ik vandaag je knecht geweest (=je moet zo niet commanderen - dat doe ik gewoon niet!)
Toon alle 11 spreekwoorden die was bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met was een ander begrip versterken?
wasbleek; week als was; zacht als was;

14 definities op Encyclo
  • [Soldatentaal, 1914] in de was zetten iets zwart maken. De uitdrukking werd vooral gebezigd van knevels door kunstmiddelen zwart maken. Men zegt ook: in de slappe was zetten.
  • Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 1) richting, waarin de diamant gegroeid (gewassen) is, 2) de helft van een gekloofden steen, 3) geheime was, eigenaardige gewoonte van slijpers, wanneer een steen, op allerlei wijzen opgezet, niet heeft willen loopen. Dan wordt de dop uit de tang genomen, in de...
  • [I] bijenwas [II] dingen die gewassen moeten worden
  • •weke laagsmeltende en waterafstotende stof zoals deze door bijen afgescheiden wordt om hun raten mee te bouwen. • [nomact
  • het wassen vb: wanneer doe je de was? een kind kan de was doen [het is heel eenvoudig]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met was:
wasabiwasachtigwasautomaatwasbaarwasbaaswasbakwasbankwasbeerwasbekkenwasbenzinewasbeurtwasbleekwasboomwasbordwasbuiltjewascapsulewascowasdagwasdoekwasdom
Toon alle woorden die beginnen met was

Deze woorden eindigen op was:
afwasbolgewasgewashoutgewasstruikgewastuingewasuitwaszegelwaswrijfwasvoorwasvolggewasvoedergewastoewasskiwassiergewasoevergewasnagewasmiswaslandbouwgewaskwas
Toon alle woorden die eindigen op was

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. was (groei)
  2. was (het wassen; wasgoed)
  3. was (vettige stof)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de was' of 'het was'?
Het is zowel 'de was' als 'het was'. Als je het aanwijst is het 'die was' of 'dat was'.
Wat is het meervoud van was?
Het meervoud van was is 'wassen'. Eén was, twee wassen.
Wat betekent was?
'zachte, vette stof waarvan bijvoorbeeld kaarsen gemaakt zijn of waarmee je boent' en ''
Hoe spel je was?
was spel je W A S
Wat is een ander woord voor was?
Een ander woord was is wasgoed.

Op andere websites
Zoek was op Woordenlijst.org
Zoek was op Google
Zoek was op Wikipedia