wapenen

werkw.
Uitspraak:  ['wapənə(n)]
Afbreekpatroon:  wa·pe·nen
Vervoegingen:  wapende (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gewapend (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met wapens uitrusten
Voorbeeld:  `een leger soldaten wapenen`

2) tegen iets of iemand beschermen of bestand maken
Voorbeelden:  `je tegen de kou wapenen`,
`Gewapend met de nodige kennis...`

Zie ook:  wapen


Synoniemen
bewapenen   pantseren   

3 definities op Encyclo
  • iemand een of meer wapens geven vb: de politie was gewapend ervoor zorgen dat je ertegen kunt vb: met die dikke sjaal ben je gewapend tegen de kou
  • 1) Voor het gevecht uitrusten 2) Toerusten 3) Pantseren 4) Versterken 5) Aangorden 6) Rusten 7) Voor de strijd uitrusten 8) Bestand maken tegen 9) Bewapenen 10) Uitoefenen 11) Wapens geven 12) Uitrusten 13) Uitrusten met
  • Het toevoegen van een structureel element, meestal van een ander materiaal, om ergens de sterkte of onbuigzaamheid van te verbeteren. Categorie: Procédés en Technieken > versterken.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op wapenen:
bewapenenontwapenen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
wapenen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van wapenen?
De verleden tijd van wapenen is 'wapende'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gewapend'.
Wat betekent wapenen?
'met wapens uitrusten' en 'tegen iets of iemand beschermen of bestand maken'
Hoe spel je wapenen?
wapenen spel je W A P E N E N
Wat is een ander woord voor wapenen?
Andere woorden voor wapenen zijn bewapenen en pantseren.

Op andere websites
Zoek wapenen op Woordenlijst.org
Zoek wapenen op Google
Zoek wapenen op Wikipedia