waggelen

werkw.

Uitspraak:	['wɑxələ(n)]
Afbreekpatroon:	wag·ge·len
Vervoegingen:	waggelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gewaggeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

lopen waarbij de bovenkant van je lichaam van links naar rechts beweegt

Voorbeeld:

`De eendjes waggelden achter hun moeder aan.`

schommelen   wankelen   zwaaien   

Hoe kun je waggelen krachtiger uitdrukken?
waggelen als een eend;

• heen en weer of op en neer gaan vb: de eend waggelde naar de vijver Synoniemen: schommelen wiegen
• woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) wankelen, niet vast staan.
• 1) Zwaaien 2) Ongelukkig lopen 3) Waggelbenen 4) Zwanken 5) Onvast lopen 6) Mank lopen 7) Lobberen 8) Manier van lopen 9) Touteren 10) Leuteren 11) Schommelen 12) Hompelen 13) Niet constant van sterkte 14) Kwakkelen 15) Zich wankelend voortbewegen 16) Zwaaiend lopen 17) Wankelend lopen 18) Wankelen
• wankelen
• wankelen Jaar van herkomst: 1430 (HWS )

Toon uitgebreidere definities

• waggelend

waggelen (wankelen)

Schrijf je eendenbijt met ei of ij? Zie eendenbijt / eendenbeit

Wat is de verleden tijd van waggelen?

De verleden tijd van waggelen is 'waggelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gewaggeld'.

Wat betekent waggelen?

'lopen waarbij de bovenkant van je lichaam van links naar rechts beweegt'

Hoe spel je waggelen?

waggelen spel je W A G G E L E N

Wat is een ander woord voor waggelen?

Andere woorden voor waggelen zijn schommelen, wankelen en zwaaien.

Zoek waggelen op Woordenlijst.org
Zoek waggelen op Google
Zoek waggelen op Wikipedia