de wachttijd

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['wɑxtɛit]
Afbreekpatroon:  wacht·tijd
Verbuigingen:  wachttijden (meerv.)

periode dat je op iets of iemand moet wachten
Voorbeeld:  `De gemiddelde wachttijd bedraagt een tot twee weken.`


14 definities op Encyclo
  • (1) De periode die verloopt tussen het moment waarop het starten van een activiteit is gepland en het moment waarop deze activiteit feitelijk een aanvang neemt. (2) In de productie: de tijd dat een karwei wacht bij een bewerkingsgroep voordat met het instellen of het feitelijke werk wordt begonnen.
  • Def.: de periode die begint als het schip bij de sluis arriveert en-of op het remmingwerk afmeert en eindigt op het moment dat de schuttijd of overligtijd ingaat
  • 1) Poos
  • De wachttijd in een pensioenregeling is de periode waarin de werknemer nog geen pensioen opbouwt.
  • financi?le zaken consumenten en producenten: periode die nadat het verzekerde risico zich heeft voorgedaan (bijv. arbeidsongeschiktheid) ...
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de wachttijd' of 'het wachttijd'?
Het is 'de wachttijd', want wachttijd is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die wachttijd'.
Wat is het meervoud van wachttijd?
Het meervoud van wachttijd is 'wachttijden'. Eén wachttijd, twee wachttijden.
Wat betekent wachttijd?
'periode dat je op iets of iemand moet wachten'
Hoe spel je wachttijd?
wachttijd spel je W A C H T T I J D

Op andere websites
Zoek wachttijd op Woordenlijst.org
Zoek wachttijd op Google
Zoek wachttijd op Wikipedia