wachten

werkw.
Uitspraak:  ['wɑxtə(n)]
Afbreekpatroon:  wach·ten
Vervoegingen:  wachtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gewacht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

blijven waar je bent of niets doen totdat er iets gebeurt
Voorbeelden:  `voor het stoplicht wachten`,
`Waar wacht je op?`,
`Ik wacht nog even met boeken totdat de reis definitief doorgaat.`,
`wachthokje`
Wacht eens even...  (<dit zeg je als je opeens iets bedenkt>) `Wacht eens even... is dat niet onze nieuwe buurman?`
Het wachten is op...  (<dit zeg je van iets dat je verwacht of waar je naar uitkijkt>) `Het wachten is op de eerste dode.`
je te wachten staan  (je zullen overkomen) `Wat voor rampen staan ons nog meer te wachten?`
niet zitten te wachten op iets of iemand  (niet verlangen naar de komst van iets of iemand of hopen dat iets niet gebeurt, iemand niet komt enz.) `Op zo'n nieuw kookboek zit toch niemand te wachten!`
Wacht maar!  (<als bedreiging of waarschuwing>) `Wacht maar, ze zijn nog niet van me af!`

Zie ook:  wacht


Synoniemen
afwachten   

Spreekwoorden en zegswijzen
wachten tot je een ons weegt (=onmogelijk lang wachten)
• eb en vloed wachten op niemand (=de tijd gaat gewoon door)
• daar is wel wachten maar geen vasten naar (=dat zal niet gauw gebeuren)
Naar de spreekwoorden

Intensiveringen
Hoe kun je wachten krachtiger uitdrukken?
wachten tot je een ons weegt;

6 definities op Encyclo
  • 1.ergens blijven of zich ophouden tot iemand of iets komt (VD A 1) Voorbeeld: Ik voelde nu dat ik lange, lange dood was en, hier alleen, te wachten lag, ik en weet niet meer naar wat 2.duren Voorbeeld: Hier verleefde zij een lange tijd. (...) En weer ging zij naar de ik (...) zij telde de streepjes ...
  • • [inerg] op dezelfde plaats of in dezelfde situatie blijven tot iemand komt of iets gebeurt.
  • ergens blijven tot hij-het komt vb: wij wachten op de bus van zes uur wacht even! [heb nog even geduld]
  • 1) Marren 2) Darren 3) Zwerven 4) Tegemoet zien 5) Verbeiden 6) Bewaken 7) Bevroeden 8) Beiden 9) Tokken 10) Afwachten 11) Toeven 12) Sarren 13) Tarten 14) Ergens blijven tot iets komt 15) Ergens blijven 16) Dralen 17) Uitkijken 18) Schilderen 19) Hoeden 20) Talmen
  • blijven; (verouderd) de wacht houden
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met wachten:
wachten voorwachtendewachtengel

Deze woorden eindigen op wachten:
afwachtenopwachtenverwachten

Herkomst volgens etymologiebank.nl
wachten (blijven)

Taaladvies
  1. Is het tot nader order of tot nader orde? Zie Tot nader order / tot nader orde
  2. Waar komt de uitdrukking op het vinkentouw zitten vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Op het vinkentouw zitten
  3. Wat is juist: `Het onderwijs wachten grote veranderingen` of `Het onderwijs wacht grote veranderingen`? Zie Wachten: het onderwijs wacht / wachten veranderingen


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van wachten?
De verleden tijd van wachten is 'wachtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gewacht'.
Wat betekent wachten?
'blijven waar je bent of niets doen totdat er iets gebeurt'
Hoe spel je wachten?
wachten spel je W A C H T E N
Wat is een ander woord voor wachten?
Een ander woord wachten is afwachten.

Op andere websites
Zoek wachten op Woordenlijst.org
Zoek wachten op Google
Zoek wachten op Wikipedia