vullen

werkw.

Uitspraak:	['vʏlə(n)]
Afbreekpatroon:	vul·len
Vervoegingen:	vulde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gevuld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

vol maken

Voorbeelden:	`de gieter vullen met water`, `Ik vul mijn dagen met telefoneren.`, `een gevuld programma`, `Die soep vult.`
tot de rand gevuld	(helemaal vol)
je zakken vullen	(jezelf verrijken (ten koste van anderen)) `Corrupte ambtenaren vullen hun eigen zakken met het verkopen van vergunningen en het innen van boetes.`

bijvullen   dempen   farceren   opvullen   plomberen   volgieten   volgooien   volmaken   volplempen   volschenken   volstorten   legen (antoniem)   

• praatjes vullen geen gaatjes (=met praten alleen komt men er niet, er moet ook wat gedaan worden)
• het vat der Danaïden vullen (=nooit klaar komen met het werk)
• een put maken om een andere te vullen (=met de ene lening de vorige afbetalen)
Naar de spreekwoorden

• Alle voedingsmiddelen die een holte hebben of waar er een in gemaakt kan worden, kunnen gevuld worden Van een olijf gevuld met een stukje citroenschil tot een brood waarvan het binnenste kruim is verwijderd
• (Bij schilderijrestauratie:) Het opvullen van plekken op het schilderij waar originele verf verloren is gegaan. Dit vulsel moet gelijk liggen met de originele verflaag,en ook dezelfde structuur hebben. (bijv. penseelstreken)
• •vol maken. •opvullen.
• er zoveel in doen dat er niets meer bij kan vb: hij vult het kopje met koffie Tegenstelling: legen
• 1) Volplempen 2) Tanken 3) Tank voldoen 4) Intappen 5) Inslechten 6) Innemen 7) Volschenken 8) Plomberen 9) Voltanken 10) Opproppen 11) Opvullen 12) Volgooien 13) Volgieten 14) Voldoen 15) Combleren 16) Volstorten 17) Volstoppen 18) Volmaken 19) Vol maken 20) Farceren 21) Ruimte innemen 22) Spekken

Toon uitgebreidere definities

• aanvullen• bijvullen• invullen• opvullen• vervullen• zakkenvullen• vakkenvullen

vullen (vol maken)

1. Hoe schrijf je het meervoud van inlay: als inlay`s of als inlays? Zie inlay`s / inlays
2. Waar komt tjokvol zitten met iets vandaan? Zie Tjokvol zitten

Wat is de verleden tijd van vullen?

De verleden tijd van vullen is 'vulde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gevuld'.

Wat betekent vullen?

'vol maken'

Hoe spel je vullen?

vullen spel je V U L L E N

Wat is een ander woord voor vullen?

Andere woorden voor vullen zijn bijvullen, dempen, farceren, opvullen, plomberen, volgieten, volgooien, volmaken, volplempen, volschenken en volstorten.

Wat is het tegenovergestelde van vullen?

Een antoniem van vullen is legen.

Zoek vullen op Woordenlijst.org
Zoek vullen op Google
Zoek vullen op Wikipedia