vuilmaken

werkw.
Uitspraak:  ['vœylmakə(n)]
Afbreekpatroon:  vuil·ma·ken
Vervoegingen:  maakte vuil (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft vuilgemaakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

vuil (2) laten worden
(niet) bang zijn om je handen vuil te maken  ((niet) bang zijn om vuil, zwaar of ondankbaar werk te doen)
geen woorden aan iets of iemand vuilmaken  (het niet de moeite vinden om iets te zeggen over iets of iemand, meestal omdat je het, hem of haar niet belangrijk vindt)


Synoniemen
beduimelen   bevlekken   bevuilen   bezoedelen   verontreinigen   viesmaken   

Spreekwoorden en zegswijzen
• er geen woorden aan vuilmaken (=er niets eens over spreken)
Naar de spreekwoorden

1 definitie op Encyclo
  • 1) Bezoedelen 2) Bevlekken 3) Bevuilen 4) Beduimelen 5) Besmeuren 6) Smetten 7) Verontreinigen 8) Viesmaken
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van vuilmaken?
De verleden tijd van vuilmaken is 'maakte vuil'. Het voltooid deelwoord is 'heeft vuilgemaakt'.
Wat betekent vuilmaken?
'vuil laten worden'
Hoe spel je vuilmaken?
vuilmaken spel je V U I L M A K E N
Wat is een ander woord voor vuilmaken?
Andere woorden voor vuilmaken zijn beduimelen, bevlekken, bevuilen, bezoedelen, verontreinigen en viesmaken.

Op andere websites
Zoek vuilmaken op Woordenlijst.org
Zoek vuilmaken op Google
Zoek vuilmaken op Wikipedia