voorzetten

werkw.
Uitspraak:  ['vorzɛtə(n)]
Afbreekpatroon:  voor·zet·ten
Vervoegingen:  zette voor (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft voorgezet (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een gerecht) voor iemand neerzetten
Voorbeeld:  `een lekker stuk taart voorgezet krijgen`
Synoniem:  voorschotelen (1)


Synoniemen
aan tafel bedienen   aanhechten   bedienen   opdienen   opdissen   schaffen   voorplakken   voorvoegen   

2 definities op Encyclo
  • 1) Aanhechten 2) Schaffen 3) Toedienen 4) Opdienen 5) Opdissen 6) Bedienen 7) Aanbieden 8) Aanspelen van de bal 9) Voorvoegen 10) Voorschotelen 11) Voorschieten 12) Voorplakken 13) Voorgeven 14) Voordissen
  • voor iets zetten
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
voorzetten

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van voorzetten?
De verleden tijd van voorzetten is 'zette voor'. Het voltooid deelwoord is 'heeft voorgezet'.
Wat betekent voorzetten?
'(een gerecht) voor iemand neerzetten'
Hoe spel je voorzetten?
voorzetten spel je V O O R Z E T T E N
Wat is een ander woord voor voorzetten?
Andere woorden voor voorzetten zijn aan tafel bedienen, aanhechten, bedienen, opdienen, opdissen, schaffen, voorplakken en voorvoegen.

Op andere websites
Zoek voorzetten op Woordenlijst.org
Zoek voorzetten op Google
Zoek voorzetten op Wikipedia