voorwenden

werkw.
Uitspraak:  ['vorwɛndə(n)]
Afbreekpatroon:  voor·wen·den
Vervoegingen:  wendde voor (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft voorgewend (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

als echt voorstellen door te doen alsof of te liegen
Voorbeelden:  `Hij wendde voor dat hij gek was.`,
`Zijn baas dacht dat hij de ziekte voorwendde.`,
`Ze wendde voor dat ze dringend weg moest.`
Synoniemen:  veinzen, simuleren


Synoniemen
bedenken   doen alsof   fantaseren   fingeren   simuleren   spelen   toneelspelen   uitdenken   veinzen   verdichten   verzinnen   voorgeven   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Spelen 2) Huichelen 3) Toneelspelen 4) Verzinnen 5) Pretexteren 6) Verdichten 7) Fingeren 8) Uitdenken 9) Veinzen 10) Pretenderen 11) Doen alsof 12) Simuleren 13) Voorgeven 14) Bedenken 15) Beweren 16) Fantaseren
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
voorwenden

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van voorwenden?
De verleden tijd van voorwenden is 'wendde voor'. Het voltooid deelwoord is 'heeft voorgewend'.
Wat betekent voorwenden?
'als echt voorstellen door te doen alsof of te liegen'
Hoe spel je voorwenden?
voorwenden spel je V O O R W E N D E N
Wat is een ander woord voor voorwenden?
Andere woorden voor voorwenden zijn bedenken, doen alsof, fantaseren, fingeren, simuleren, spelen, toneelspelen, uitdenken, veinzen, verdichten, verzinnen en voorgeven.

Op andere websites
Zoek voorwenden op Woordenlijst.org
Zoek voorwenden op Google
Zoek voorwenden op Wikipedia