vooruitlopen

werkw.

Uitspraak:	[vor'œytlopə(n)]
Afbreekpatroon:	voor·uit·lo·pen
Vervoegingen:	liep vooruit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft vooruitgelopen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

als eerste of voor anderen lopen

Voorbeeld:	`Loop jij maar vooruit want wij weten niet welke richting we uit moeten.`
Synoniem:	vooroplopen

Synoniemen

2 definities op Encyclo

vooraf rekening houden met wat er kan gebeuren vb: ik wil niet vooruitlopen op het besluit Synoniem: anticiperen voor de anderen uit lopen vb: bij het wandelen lopen de kinderen steeds vooruit
1) Vooraanlopen 2) Voorlopen 3) Vooroplopen 4) Preluderen 5) Prejudiciëren 6) Anticiperen

Deze woorden beginnen met vooruitlopen:

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van vooruitlopen is 'liep vooruit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft vooruitgelopen'.

'als eerste of voor anderen lopen'

vooruitlopen spel je V O O R U I T L O P E N

Andere woorden voor vooruitlopen zijn anticiperen, prejudiciëren, preluderen, vooraanlopen, voorlopen en vooroplopen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht