voortrekken

werkw.

Uitspraak:	['vortrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:	voor·trek·ken
Vervoegingen:	trok voor (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft voorgetrokken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) een voorkeursbehandeling geven

Voorbeeld:

`één van je kinderen voortrekken`

begunstigen   bevoordelen   iemand begunstigen   prefereren   verkiezen   voorschuiven   achterstellen (antoniem)   

• iemand meer geven dan de anderen vb: mijn moeder heeft ons zusje altijd voorgetrokken Synoniemen: bevoordelen matsen bevoorrechten Tegenstellingen: discrimineren achterstellen
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Militair), 't geweer aftrekken (hier afschieten) vóor het commando.
• 1) Voorstoten 2) Prefereren 3) Voorschuiven 4) Verkiezen 5) Bevoordelen 6) Matsen 7) Begunstigen 8) Bevoorrechten
• Van ankers: het anker zo dicht mogelijk tegen het schip aan trekken.

Toon uitgebreidere definities

voortrekken

Wat is de verleden tijd van voortrekken?

De verleden tijd van voortrekken is 'trok voor'. Het voltooid deelwoord is 'heeft voorgetrokken'.

Wat betekent voortrekken?

'(iemand) een voorkeursbehandeling geven'

Hoe spel je voortrekken?

voortrekken spel je V O O R T R E K K E N

Wat is een ander woord voor voortrekken?

Andere woorden voor voortrekken zijn begunstigen, bevoordelen, iemand begunstigen, prefereren, verkiezen en voorschuiven.

Wat is het tegenovergestelde van voortrekken?

Een antoniem van voortrekken is achterstellen.

Zoek voortrekken op Woordenlijst.org
Zoek voortrekken op Google
Zoek voortrekken op Wikipedia