voorlopen

werkw.

Uitspraak:	['vorlopə(n)]
Afbreekpatroon:	voor·lo·pen
Vervoegingen:	liep voor (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft voorgelopen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(van een uurwerk) een later tijdstip aangeven dan het is

Voorbeeld:

`Mijn horloge loopt enkele minuten voor.`

vooraanlopen   vooroplopen   vooruitlopen   

• 1) Vooraanlopen 2) Vooroplopen 3) Vooruitlopen 4) Sneller gaan dan het behoort
• bij de drijfnetvisserij gezegd wanneer de zijde met de drijfton sneller afdrijft dan de zijde met de boot. Plaatselijk ook voorblijven en voorgaan genoemd. [Links: Diverse termen inzake de visserij .]

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van voorlopen?

De verleden tijd van voorlopen is 'liep voor'. Het voltooid deelwoord is 'heeft voorgelopen'.

Wat betekent voorlopen?

'(van een uurwerk) een later tijdstip aangeven dan het is'

Hoe spel je voorlopen?

voorlopen spel je V O O R L O P E N

Wat is een ander woord voor voorlopen?

Andere woorden voor voorlopen zijn vooraanlopen, vooroplopen en vooruitlopen.

Zoek voorlopen op Woordenlijst.org
Zoek voorlopen op Google
Zoek voorlopen op Wikipedia