de visite

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [vi'zitə]
Afbreekpatroon:  vi·si·te
Verbuigingen:  visites (meerv.)

1) bezoek dat je aflegt
Voorbeeld:  `bij iemand op visite gaan`

2) mensen die op bezoek komen
Voorbeeld:  `De visite bleef maar zitten.`


Synoniemen
aanloop   bezoek   

6 definities op Encyclo
  • het naar iemand toe gaan vb: we gaan op visite bij tante Aag Synoniem: bezoek de mensen die naar iemand toe gaan vb: de bel gaat: daar is de visite Synoniem: bezoek
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Droit de -) is in het volkenrecht het recht door de oorlogvoerende partijen uitgeoefend, om te onderzoeken, of neutrale vaartuigen contrabande aan boord hebben.
  • 1) Iemand die op bezoek is 2) Gasten 3) Bezoeker 4) Bezoek 5) Huisbezoek 6) Aanloop 7) Opwachting
  • bezoek
  • bezoek Jaar van herkomst: 1630 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met visite:
visitekaartjevisiterenvisiteur

Deze woorden eindigen op visite:
kraamvisitetheevisiteraamvisite

Herkomst volgens etymologiebank.nl
visite (bezoek)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de visite' of 'het visite'?
Het is 'de visite', want visite is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die visite'.
Wat is het meervoud van visite?
Het meervoud van visite is 'visites'. Eén visite, twee visites.
Wat betekent visite?
'bezoek dat je aflegt' en 'mensen die op bezoek komen'
Hoe spel je visite?
visite spel je V I S I T E
Wat is een ander woord voor visite?
Andere woorden voor visite zijn aanloop en bezoek.

Op andere websites
Zoek visite op Woordenlijst.org
Zoek visite op Google
Zoek visite op Wikipedia