de vis

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[vɪs]
Verbuigingen:	vissen (meerv.)

dier met vinnen, schubben en kieuwen dat onder water leeft

Voorbeelden:	`een school vissen`, `Ik lust geen vis.`, `visvangst`
je als een vis in het water voelen	(het heel erg naar je zin hebben)
zo gezond als een vis	(heel gezond)
iemand voor rotte vis uitschelden	(iemand heel erg uitschelden)

• zwemmen als een vis kunnen (=een expert zijn in zwemmen)
• zo stom als een vis (=iemand die geen woord zegt)
• zo gezond als een vis (=heel gezond)
• wie vis heeft, moet ook de graat hebben (=je moet ook de nadelen accepteren (geen rozen zonder doornen))
• waar geen vis is, is haring ook vis (=je moet voor alles moeite doen)
Toon alle 40 spreekwoorden die vis bevatten

Hoe kun je met vis een ander begrip versterken?
fris als een vis; gezond als een vis; zwemmen als een vis; spartelen als een vis op het droge; je voelen als een vis op het droge;

• Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 soort van scharnier.
• • [vissen] "Pisces", gewerveld dier met kieuwen, levend in water •het vlees van een vis (1).
• koudbloedig, gewerveld dier dat in het water leeft vb: hij heeft met zijn hengel een grote vis gevangen hem voor rotte vis uitmaken [heel erg uitschelden] zo gezond als een vis [helemaal gezond] je voelen als een vis in het water [erg prettig, echt op je plaats] de vis wordt duur betaald [je moet er veel voor...
• Let op: Spelling van 1858 Lat., kracht, geweld. Vis legis, kracht van wet; vis probandi, bewijskracht. Vires, krachten; conjunctis viribus, met vereenigde krachten
• [tradities] Speelt vooral in het christendom een rol, omdat de meeste van Jezus' discipelen vissers waren en hij hen opriep vissers van mensen te worden. Dat wil zeggen hen tot bekering te brengen. In de eerste tijd van het christendom was het riskant om openlijk voor dit geloof uit te komen. Christenen herke...

Toon uitgebreidere definities

• vis-à-vis• visaanbod• visaas• visachtig• visafoon• visafslag• visagie• visagist• visagiste• visakte• visbak• visbal• visbank• visben• visbestand• visblaas• visblaasmotief• visboer• visboot• visbun
• Toon alle woorden die beginnen met vis

• ansjovis• bruinvis• goudvis• inktvis• kogelvis• pijlinktvis• potvis• walvis• zeevis• zwaardvis• zwartvis• zwampvis• zoetwatervis• witvis• vlees noch vis• vis-à-vis• vijvervis• trekvis• sportvis• siervis
• Toon alle woorden die eindigen op vis

1. vis (dier)
2. vis (kracht)
3. vis (scharnier)
4. vis = vits

Is het 'de vis' of 'het vis'?

Het is 'de vis', want vis is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die vis'.

Wat is het meervoud van vis?

Het meervoud van vis is 'vissen'. Eén vis, twee vissen.

Wat betekent vis?

'dier met vinnen, schubben en kieuwen dat onder water leeft'

Hoe spel je vis?

vis spel je V I S

Zoek vis op Woordenlijst.org
Zoek vis op Google
Zoek vis op Wikipedia