het virus

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['virʏs]
Afbreekpatroon:  vi·rus
Verbuigingen:  virussen (meerv.)

1) iets dat ziekten verwekt en kleiner is dan een bacterie biologie
Voorbeeld:  `besmet zijn met een virus`

2) computerprogramma dat zich verspreid via het internet en dat schade kan aanrichten op de besmette computers computers
Voorbeelden:  `Help! Mijn computer heeft een virus!`,
`virusprotectie`
Synoniem:  computervirus


Synoniemen
computervirus   

25 definities op Encyclo
  • Computervirussen gedragen zich op een computernetwerk net zo destructief als een biologisch virus. Zij kunnen zichzelf vermenigvuldigen en verspreiden via het netwerk door zich aan software te koppelen. Relatief nieuw zijn macrovirussen, die aan attachments vast zitten.
  • (Een virus is een computer programma dat zo gemaakt is dat het zich automatisch verspreidt naar andere computers. Bijvoorbeeld, een virus kan zichzelf toevoegen aan alle emails die uw computer verlaten. Het kan zichzelf kopiìren op elke floppy die u in de floppy drive steekt of op de harde schijf. Het kan ze...
  • • [biologie] [medisch] een ziekteverwekker die veel kleiner is dan een bacterie. • [informatica] een computervirus.
  • ziekteverwekkend organisme dat nog kleiner is dan een bacterie vb: verkoudheid wordt veroorzaakt door een virus
  • [levenswetenschappen] Een virus is de meest primitieve vorm van leven. Virussen bestaan uit een kern van DNA of RNA in een omhulsel van eiwitten en soms, afhankelijk van het type virus, nog een membraan bestaande uit vetten, eiwitten en/of koolhydraten. Voor vermenigvuldiging zijn virussen afhankelijk van gas...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met virus:
virusclaimvirusepidemievirushaardvirusinfectievirusklachtvirusscanvirusscannervirusscenariovirusschrijvervirusuitbraakvirusvariantgebiedviruswappievirusziekte

Deze woorden eindigen op virus:
aidsviruscomputervirusherpesviruswuhanviruswestnijlvirusvogelgriepvirusvleermuiscoronavirustomatenvirussatellietviruspaniekvirusmozaïekvirusluchtwegvirusinternetvirushivvirushiv-virushantavirusgijzelvirusenteroviruse-mailvirusantivirus

Herkomst volgens etymologiebank.nl
virus (ziekteverwekker; schadelijk computerprogramma)

Taaladvies
Is het meervoud van virus: virusen of virussen? Zie virusen / virussen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de virus' of 'het virus'?
Het is 'het virus', want virus is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat virus'.
Wat is het meervoud van virus?
Het meervoud van virus is 'virussen'. Eén virus, twee virussen.
Wat betekent virus?
'iets dat ziekten verwekt en kleiner is dan een bacterie' en 'computerprogramma dat zich verspreid via het internet en dat schade kan aanrichten op de besmette computers'
Hoe spel je virus?
virus spel je V I R U S
Wat is een ander woord voor virus?
Een ander woord virus is computervirus.

Op andere websites
Zoek virus op Woordenlijst.org
Zoek virus op Google
Zoek virus op Wikipedia