vinden

werkw.
Uitspraak:  ['vɪndə(n)]
Afbreekpatroon:  vin·den
Vervoegingen:  vond (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gevonden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (een verborgen, verdwenen of onbekend iets of iemand) per toeval of na gezocht te hebben zien
Voorbeelden:  `Ik kan mijn sleutels niet vinden.`,
`Waar vind je zo iemand?`,
`Kijk eens wat ik op straat gevonden heb!`,
`geen oplossing voor iets vinden`,
`het loket voor gevonden voorwerpen`
Antoniem:  verliezen
Synoniemen:  ontdekken, aantreffen, achterhalen,
Wie zoekt, die vindt.  (<spreekwoord>)
er iets op gevonden hebben  (een oplossing bedacht hebben)
voor iets te vinden zijn  (iets graag doen) `Voor zulke karweitjes ben ik wel te vinden.`

2) beschouwen of ervaren als
Voorbeelden:  `Ik vind je zo lief!`,
`Ik vind het heel erg voor je.`,
`Ik ben erg benieuwd naar wat je van hem vindt.`
Synoniem:  achten
Ik vind er niets aan.  (ik vind het helemaal niet leuk of interessant)

3) van mening zijn
Voorbeelden:  `Wat vind je? Moet ik het doen of niet?`,
`Hij vond dat hij genoeg had gedaan.`
Synoniem:  denken

4)
het goed kunnen vinden met iemand  (iemand mogen, graag met iemand omgaan) `Die twee kunnen het goed met elkaar vinden.`


Synoniemen
aantreffen   achten   bedenken   lokaliseren   merken   ontdekken   opsporen   tegenkomen   traceren   

Spreekwoorden en zegswijzen
• je draai vinden (=zijn plekje vinden)
• je draai niet kunnen vinden (=ergens niet kunnen aarden)
• het juiste midden vinden (=een goed evenwicht vinden tussen twee tegengestelde aanpakken. Bijvoorbeeld, als het er om gaat hoeveel bevoegdheden de politie moet hebben om de rechtsstaat te handhaven)
• genade vinden (=ergens geen straf voor krijgen of iets niet toegerekend worden)
• geen graten in iets vinden (=het niet erg vinden, zich er niet aan storen)
Toon alle 8 spreekwoorden die vinden bevatten

5 definities op Encyclo
  • • [ov] iets aantreffen nadat ernaar gezocht is. •iets bedenken. •iets op een bepaalde wijze beschouwen of ervaren. •iets ondervinden, iets ten deel krijgen.
  • een mening hebben vb: ik vind dat een goed plan daar kan ik me wel in vinden [daar ben ik het mee eens] ik vind er niets aan [het is oninteressant]
  • 1) Zien 2) Verwerven 3) Ontdekken 4) Aanboren 5) Door zoeken verwerven 6) Aantreffen 7) Tegenkomen 8) Merken 9) Bedenken 10) Menen 11) Treffen 12) Traceren 13) Achten 14) Achterhalen 15) Van mening zijn 16) Oordelen 17) Zeggen 18) Lokaliseren 19) Oplopen 20) Opdoen 21) Opdiepen 22) Op de kop tikken
  • aantreffen; van mening zijn
  • aantreffen Jaar van herkomst: 901-1000 (WPS )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met vinden:
vinden in

Deze woorden eindigen op vinden:
bevindengoedvindenhervindenondervindenplaatsvindenterugvindenuitvindenwelbevindenweervinden

Herkomst volgens etymologiebank.nl
vinden (aantreffen; tot een overtuiging komen, oordelen)

Taaladvies
  1. Is het vind of vindt in: `Ik ben het die dit onzin vind/vindt`? Zie Ik ben het die dit onzin vind / vindt
  2. Wat is juist: `Vind je ideale partner!` of `Vindt je ideale partner!`? Zie Vind / vindt je ideale partner
  3. Wat is juist: `Waar vind u ons?` of `Waar vindt u ons?` Zie Vind u / vindt u


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van vinden?
De verleden tijd van vinden is 'vond'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gevonden'.
Wat betekent vinden?
'(een verborgen, verdwenen of onbekend iets of iemand) per toeval of na gezocht te hebben zien' en 'beschouwen of ervaren als' en 'van mening zijn' en ''
Hoe spel je vinden?
vinden spel je V I N D E N
Wat is een ander woord voor vinden?
Andere woorden voor vinden zijn aantreffen, achten, bedenken, lokaliseren, merken, ontdekken, opsporen, tegenkomen en traceren.

Op andere websites
Zoek vinden op Woordenlijst.org
Zoek vinden op Google
Zoek vinden op Wikipedia