verzegelen

werkw.
Uitspraak:  [vər'zexələ(n)]
Afbreekpatroon:  ver·ze·ge·len
Vervoegingen:  verzegelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft verzegeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met een zegel sluiten
Voorbeelden:  `een officiële enveloppe verzegelen`,
`een brandslanghaspel verzegelen`


5 definities op Encyclo
  • het met een zegel afsluiten vb: de brief aan de koning was verzegeld
  • 1) Zegelen 2) Toelakken 3) Cachetteren 4) Sigilleren 5) Bevestigen 6) Vastmaken 7) Plomberen 8) Dichtlakken 9) Dichtsmelten 10) Scelleren 11) Met was afsluiten 12) Manier van afsluiten 13) Loden
  • door het aanbrengen van 'zegels' voorkomen, dat iemand ongemerkt iets van de lading weg kan nemen.
  • met een zegel sluiten
  • personen- en familierecht: bewarende maatregel die gevorderd kan worden telkens als het gevaar dreigt dat roerende voorwerpen ...
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van verzegelen?
De verleden tijd van verzegelen is 'verzegelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verzegeld'.
Wat betekent verzegelen?
'met een zegel sluiten'
Hoe spel je verzegelen?
verzegelen spel je V E R Z E G E L E N

Op andere websites
Zoek verzegelen op Woordenlijst.org
Zoek verzegelen op Google
Zoek verzegelen op Wikipedia