verwisselen

werkw.

Uitspraak:	[vər'wɪsələ(n)]
Afbreekpatroon:	ver·wis·se·len
Vervoegingen:	verwisselde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft verwisseld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets) vervangen (2)

Voorbeeld:

`Verwissel de batterijen altijd tegelijkertijd.`

aflossen   afwisselen   converteren   herzien   inwisselen   met elkaar verwarren   omruilen   omwisselen   omzetten   remplaceren   ruilen   veranderen   vernieuwen   verruilen   vervangen   verwarren   wijzigen   wisselen   

• het door iets anders vervangen vb: hij heeft de lekke band verwisseld
• 1) Remplaceren 2) Inwisseling van een lening 3) Inwisselen 4) Mangelen 5) Overstappen 6) Permuteren 7) Wijzigen 8) Wisselen 9) Omzetten 10) Omwisselen 11) Omruilen 12) Ombuiten 13) Herzien 14) Changeren 15) Switchen 16) Converteren 17) Ruilen 18) Aflossen 19) Afwisselen 20) Vervangen 21) Veranderen
• Verwisselen is van plaats veranderen. [basiswoordenlijst groep 7]

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van verwisselen?

De verleden tijd van verwisselen is 'verwisselde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verwisseld'.

Wat betekent verwisselen?

'(iets) vervangen '

Hoe spel je verwisselen?

verwisselen spel je V E R W I S S E L E N

Wat is een ander woord voor verwisselen?

Andere woorden voor verwisselen zijn aflossen, afwisselen, converteren, herzien, inwisselen, met elkaar verwarren, omruilen, omwisselen, omzetten, remplaceren, ruilen, veranderen, vernieuwen, verruilen, vervangen, verwarren, wijzigen en wisselen.

Zoek verwisselen op Woordenlijst.org
Zoek verwisselen op Google
Zoek verwisselen op Wikipedia