verwachten

werkw.
Uitspraak:  [vər'wɑxtə(n)]
Afbreekpatroon:  ver·wach·ten
Vervoegingen:  verwachtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft verwacht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een toekomstige gebeurtenis of toestand, iemands komst) waarschijnlijk achten
Voorbeelden:  `Ik had niet verwacht dat me dat zou overkomen.`,
`Iedereen verwachtte een spectaculaire wedstrijd.`,
`Ik verwacht om elf uur thuis te zijn.`,
`veel van iets of iemand verwachten`,
`Ik verwacht u morgenochtend om tien uur op mijn kantoor.`
Synoniemen:  voorzien, rekenen op
Dat was/viel te verwachten.  (dat dat zou gebeuren, had je op voorhand kunnen weten)
Ze verwacht een kind.  (ze is zwanger)


Synoniemen
anticiperen   denken   hopen   rekenen   rekenen op   tegemoetzien   uitkijken naar   vermoeden   verwacht   voorspellen   vooruitzien   

Spreekwoorden en zegswijzen
• wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
• geen heil verwachten (=niets positiefs zien)
Naar de spreekwoorden

6 definities op Encyclo
  • •ergens vanuit gaan.
  • ervan uitgaan dat hij komt vb: we verwachten bezoek een kind verwachten [zwanger zijn]
  • 1) Marren 2) Rekenen op 3) Rekenen 4) Denken 5) Verbeiden 6) Hopen 7) Vermoeden 8) Verwacht 9) Begeren 10) Beiden 11) Afwachten 12) Tegemoetzien 13) Benieuwen 14) Voorzien 15) Vooruitzien 16) Onderweg zijn 17) Voorspellen 18) Anticiperen
  • Als je iets verwacht, dan reken je er op dat het zal gaan gebeuren. Als je iemand verwacht, dan reken je erop dat hij komt.
  • hetgeen waarvan op grond van huidige feiten of omstandigheden wordt vermoed dat het zal gebeuren; hetgeen waarop men rekent. ...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met verwachten:
verwachten aan

Herkomst volgens etymologiebank.nl
verwachten

Taaladvies
  1. Is zich verwachten aan correct? Zie Zich verwachten aan
  2. Waar komt de uitdrukking een donkerbruin vermoeden hebben vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Een donkerbruin vermoeden hebben
  3. Is het `Hij kwam onverwacht langs` of `Hij kwam onverwachts langs`? Zie Onverwacht / onverwachts


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van verwachten?
De verleden tijd van verwachten is 'verwachtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verwacht'.
Wat betekent verwachten?
'(een toekomstige gebeurtenis of toestand, iemands komst) waarschijnlijk achten'
Hoe spel je verwachten?
verwachten spel je V E R W A C H T E N
Wat is een ander woord voor verwachten?
Andere woorden voor verwachten zijn anticiperen, denken, hopen, rekenen, rekenen op, tegemoetzien, uitkijken naar, vermoeden, verwacht, voorspellen en vooruitzien.

Op andere websites
Zoek verwachten op Woordenlijst.org
Zoek verwachten op Google
Zoek verwachten op Wikipedia