versnellen

werkw.
Uitspraak:  [vərˈsnɛlə(n)]
Afbreekpatroon:  ver·snel·len
Vervoegingen:  versnelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft versneld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

snelheid verhogen
Voorbeeld:  `je pas versnellen`
Antoniem:  afremmen


Synoniemen
accelereren   bespoedigen   demarreren   optrekken   verhaasten   afremmen (antoniem)   

2 definities op Encyclo
  • •een grotere snelheid (doen) bereiken. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • 1) De snelheid doen toenemen 2) Verhaasten 3) Demarreren 4) Bevorderen 5) Bespoedigen 6) Vergauwen 7) Vlugger maken 8) Optrekken 9) Accelereren 10) Tempo verhogen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van versnellen?
De verleden tijd van versnellen is 'versnelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft versneld'.
Wat betekent versnellen?
'snelheid verhogen'
Hoe spel je versnellen?
versnellen spel je V E R S N E L L E N
Wat is een ander woord voor versnellen?
Andere woorden voor versnellen zijn accelereren, bespoedigen, demarreren, optrekken en verhaasten.
Wat is het tegenovergestelde van versnellen?
Een antoniem van versnellen is afremmen.

Op andere websites
Zoek versnellen op Woordenlijst.org
Zoek versnellen op Google
Zoek versnellen op Wikipedia