verschalken

werkw.

Uitspraak:	[vər'sxɑlkə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·schal·ken
Vervoegingen:	verschalkte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft verschalkt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

listig te pakken nemen en met smaak opeten

Voorbeelden:

`Onze poes weet elke dag wel een muisje te verschalken.`,
`Met een onverwacht lobje verschalkte de spits de doelman en maakte 1-1.`

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• een visje verschalken (=een kleinigheid meepikken)
Naar de spreekwoorden

4 definities op Encyclo

misleiden, foppen.
(door list) vangen Jaar van herkomst: 1320 (MNW )
(hier:) misleiden, te slim af zijn - Woordfeit: In verschalken `te slim af zijn` zit het woord schalk. Dat betekent nu `deugniet, grappenmaker`, maar had langgeleden vaak een ongunstige betekenis (`misdadiger`); de oudste betekenis is `knecht`. De herkomst en de betekenisontwikkeling zijn omstreden. Naast de ...
1) Misleiden 2) Beetnemen 3) Foppen 4) Voor de gek houden 5) Inschrokken 6) Nuttigen 7) Bedotten 8) Door list vangen 9) Vangen 10) Verorberen 11) Verstrikken

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van verschalken is 'verschalkte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verschalkt'.

'listig te pakken nemen en met smaak opeten'

verschalken spel je V E R S C H A L K E N

Andere woorden voor verschalken zijn nuttigen, vangen en verorberen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht