verprutsen

werkw.

Uitspraak:	[vərˈprʏtsə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·prut·sen
Vervoegingen:	verprutste (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft verprutst (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat iets minder goed of helemaal waardeloos wordt

Voorbeeld:	`een examen verprutsen`
Synoniemen:	verknallen, verknoeien

bederven   beunhazen   knoeien   modderen   verbruien   verhaspelen   verknallen   verknoeien   verpesten   

• 1) Verpesten 2) In de war sturen 3) Verbruien 4) Verhaspelen 5) Verkloten 6) Verknoeien 7) Bederven 8) Modderen 9) Verknallen 10) Beunhazen 11) Knoeien

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van verprutsen?

De verleden tijd van verprutsen is 'verprutste'. Het voltooid deelwoord is 'heeft verprutst'.

Wat betekent verprutsen?

'zorgen dat iets minder goed of helemaal waardeloos wordt'

Hoe spel je verprutsen?

verprutsen spel je V E R P R U T S E N

Wat is een ander woord voor verprutsen?

Andere woorden voor verprutsen zijn bederven, beunhazen, knoeien, modderen, verbruien, verhaspelen, verknallen, verknoeien en verpesten.

Zoek verprutsen op Woordenlijst.org
Zoek verprutsen op Google
Zoek verprutsen op Wikipedia