verliezen

werkw.

Uitspraak:	[vərˈlizə(n)]
Afbreekpatroon:	ver·lie·zen
Vervoegingen:	verloor (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft, is verloren (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) niet meer hebben wat je eerst wel had

Voorbeelden:	`Ik heb mijn sleutels verloren.`, `verloren en gevonden voorwerpen`, `je kalmte verliezen`
Antoniem:	vinden
Synoniem:	kwijtraken
verliezen op de verkoop van je huis	(je huis voor minder verkopen dan je er zelf voor hebt betaald)

2) verslagen worden

Voorbeelden:	`In 1815 verloor Napoleon de slag bij Waterloo.`, `Als ik met mijn zoon dam, verlies ik altijd.`
Antoniem:	winnen

Zie ook:

verlies

derven   erbij inschieten   kwijt raken   kwijtraken   missen   onderuitgaan   verlies   verloren gaan   wegraken   zoekmaken   winnen (antoniem)   

• uit het oog verliezen (=er niet meer aan denken)
• je wilde haren verliezen (=ouder en rustiger worden)
• je hebben en houwen verliezen (=alles wat iemand bezit kwijtraken)
• je gezicht verliezen (=zijn eer verliezen)
• het hoofd verliezen (=niet meer weten wat te doen)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je verliezen krachtiger uitdrukken?
dik verliezen;

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Verliezen``] De legers lijden verliezen in den oorlog, deels door eigen inspanning en zonder dat zij den vijand tegenover zich hebben, bijv. door ziekten en door vermoeijenissen in legerplaatsen en vooral door lange, vermoeijende marschen, deels door den vijand in het ge...
• • [ov] iets kwijt raken • [inerg] niet winnen (+audio)
• hem niet langer hebben vb: zij heeft haar portemonnee verloren hem uit het gezicht verliezen [niet langer zien] de moed verliezen [kwijtraken] tijd verliezen [er te lang mee bezig zijn]
• 1) Opgaan in wrok 2) Wegraken 3) Afschuren 4) Achterliggen 5) Missen 6) Wegmaken 7) Laten vallen 8) Succumberen 9) Wees worden 10) Omkomen 11) Niet meer doen gelden 12) Overwonnen worden 13) Niet meer kunnnen 14) Onderspit delven 15) Onopgemerkt laten voorbijgaan 16) Ongemerkt laten vallen 17) Ontvallen
• kwijtraken

Toon uitgebreidere definities

• verliezend

verliezen (kwijtraken; overwonnen worden)

1. (ik ben / heb het -) Is het ik ben of ik heb het verloren? Zie Verloren
2. Is `Het boek is spoorloos` een goede zin? Zie Spoorloos zijn
3. Wat is juist: verloren gaan of verlorengaan? Zie Verlorengaan / verloren gaan

Wat is de verleden tijd van verliezen?

De verleden tijd van verliezen is 'verloor'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is verloren'.

Wat betekent verliezen?

'niet meer hebben wat je eerst wel had' en 'verslagen worden'

Hoe spel je verliezen?

verliezen spel je V E R L I E Z E N

Wat is een ander woord voor verliezen?

Andere woorden voor verliezen zijn derven, erbij inschieten, kwijt raken, kwijtraken, missen, onderuitgaan, verlies, verloren gaan, wegraken en zoekmaken.

Wat is het tegenovergestelde van verliezen?

Een antoniem van verliezen is winnen.

Zoek verliezen op Woordenlijst.org
Zoek verliezen op Google
Zoek verliezen op Wikipedia